Wij gaan er vooral voor ons plezier. Maar hoe is het eigenlijk voor de foorkramers zelf om dag in, dag uit op de kermis te staan? En wat verbindt hen zo? Tussen de kermisjingles, het geschater en de eurodance-nummers, probeert Still naar antwoorden te vissen.
Partner
Walter: “De meesten van ons zijn familie van elkaar. Dat betekent niet dat het altijd pais en vree is – af en toe hebben we wel eens een woordenwisseling. Maar het komt altijd weer goed.” (lacht) “We delen dezelfde uitdagingen en trekken daardoor als een hechte gemeenschap samen op. Ook buiten werktijd gaan we vaak samen op stap, of dat nu naar het café, de bowlingbaan, of zelfs de discotheek is om een lange werkdag af te sluiten. Stilte? Daar houd ik niet van. Ik zoek liever de levendigheid op! Kermis verbindt. Daar ben ik rotsvast van overtuigd. Als je wist hoeveel mensen hun partner hebben ontmoet bij de botsauto’s of de rups – vroeger én nu nog – zou je versteld staan.
“Je zou versteld staan hoeveel mensen hun partner op de kermis hebben ontmoet”
Tegenwoordig hebben we sociale media, maar de kermis blijft die unieke plek waar mensen elkaar écht ontmoeten, elkaar toevallig tegenkomen, en waar nieuwe vriendschappen ontstaan. Dat merken we ook aan de reacties van de bezoekers. Als we na een jaar terugkomen in een dorp, horen we vaak dat we weer ‘leven’ en ‘ambiance’ brengen. Mensen kijken er echt naar uit, en zodra we weer vertrekken, lijkt het alsof de stilte meteen terugkeert.”
Jetons

Walter: “Ach, de kermis is ons gewoon met de paplepel ingegeven. Mijn vader begon al in de jaren ‘60 met een lunapark. Sindsdien is het van generatie op generatie een familiezaak geworden. Ik hoefde er nooit over na te denken foorkramer te worden – ik wist gewoon dat ik het wilde. Er zijn plekken waar mijn familie al meer dan een eeuw komt. We worden daar altijd met open armen ontvangen. Maar het werkt ook andersom: wij gaan naar hun bakker en slager. Je leert elkaar echt kennen, en dat maakt het bijzonder. Neem bijvoorbeeld de twee dames in Kalken die al jaren bij elke kermis trouw een pot vol jetons kopen. Ze zitten zij aan zij, steken urenlang munten in de machine en praten over van alles en nog wat. Ik meng me daar graag even in, maak een praatje, en zo is er een mooie band ontstaan.”
Pluchen beer
Walter: “Ik heb meerdere keren meegemaakt dat iemand speciaal langskwam tijdens het afbreken, alleen om me te bedanken voor het plezier dat we brengen. Dat raakt me echt, want het bewijst dat ons werk gewaardeerd wordt. Het mooiste is misschien nog wel de pure vreugde van een kind dat een enorme pluchen beer wint. Die blijdschap is waar ik het voor doe. Op de dag dat dat plezier verdwijnt, is het tijd om te stoppen. Maar nu, zelfs na al die jaren, geniet ik er nog steeds van.”

Feest
Walter: “Bij een dorpskermis sta ik net wat dichter bij de mensen dan bij een stadskermis. In een dorp ken ik de gezichten, voel ik de gemeenschap die samenkomt. In een stad komen mensen van overal, en dat geeft weer een andere sfeer. Beide hebben hun charme, maar die dorpse gezelligheid voelt soms net iets persoonlijker. Een kermis is pas compleet als er voor iedereen wat te doen is – voor elke
leeftijd een attractie. Familieattracties, lunaparken, snelheidsmolens: we hebben elkaar nodig om er samen een echt feest van te maken.”
Favoriete kermisnummer Flying High – Captain Hollywood Project