Voor je gaat
door Lies Gallez
Fotografie: Iris Kelly Kuntkes
We hielden elkaars handen vast. Ik sprong op de trampoline die jij me vorige week cadeau gaf. Buiten waren vogels, en mensen die ernaar keken, en zeldzame wolken die op olifanten leken, en lentige zonnestralen die in strepen op het vers gemaaid gras vielen.
Je nam er een kaart bij en zette een punt op de plek waar je heen zou gaan. Je noemde het ‘daar’. Ik bleef ‘hier’. Je duim en wijsvinger plaatste je elk op een punt en zei dat er tussen ons landen, zeeën en mensen lagen. Je noemde het afstand. Het klonk als een ziekte die ik niet wilde. En ik lachte met een glimlach die ik geoefend had voor de klasfoto. Voor het eerst voelde ik vanbinnen iets breken. Niet zoals je koffiekopje die ochtend, waarbij je claimde dat scherven geluk brengen. Maar het breken van wat ik altijd al kende door iets dat ik later, veel later, angst zou noemen.
Je zou bellen. Je zou brieven schrijven. Je zou terugkomen. Na vier maanden, zei je. Mijn armen spreidde ik zo wijd mogelijk, alsof die het begin en einde van die tijd aangaven, (wist ik veel). We hingen een lintmeter aan het prikbord in de keuken. Elke dag mocht ik er een centimeter afknippen tot er niets meer zou overblijven. Gemis had opeens ontzettend veel met vermageren te maken.
De avond voor je vertrek zeiden serieuze mensen met serieuze blikken op de televisie dat er op jouw punt oorlog was.
– ‘Waarom?’ vroeg ik.
– ‘Omdat sommige mensen geen goede mensen zijn,’ zei je.
– ‘En wat ga jij doen?’
– ‘Ik ga helpen.’
’s Avonds lag ik in bed naar het plafond te staren. Er hingen fluorescerende sterren. Morgen, zo beloofde ik mezelf, zou ik je vertellen hoe veel ik je zou missen. Dat we daarna samen even konden huilen. Ons verdriet dat op een verdrietje zou lijken, bang dat het anders te groot zou zijn voor ons lichaam.
Er was nog één dag over. Ik vroeg me af of ik opnieuw een afwasbare tatoeage op je arm zou plaatsen. Of we nog zouden praten over ‘hier’ en ‘daar’. Of er een kans bestond dat als ik hoog genoeg zou springen, ik de afstand tussen ons zou kunnen overbruggen. Of het vandaag meer lente zou worden dan gisteren, de zon een gele bol, groter dan het topje van mijn duim.
Op de sofa sloeg je vaderlijk een arm om me heen. Ik dacht: dit is het moment. Tussen jouw blik en de mijne lag de belofte te wachten. Ik kon alleen denken aan het moment waarop je auto morgen de straat zou uitrijden, en ik zou zwaaien, alsof mijn leven daarvan afhing, aan hoeveel wolken de lucht zou tellen, aan hoe sterren eigenlijk alleen maar zwijgen hele nachten lang.
‘Het komt goed,’ zei ik, ‘alles komt goed.’ En ik glimlachte, alsof dat het enige juiste begin van de dag was. Van alles wat nog zou volgen.
Je vertrok. Ik telde vogels en koffiekopjes. Knipte centimeter na centimeter af. Glimlachte. Sprong. Op. Neer. Op. Neer. Op. Neer.
Wie is Lies Gallez?
Lies Gallez houdt niet van massaconsumptie, tankstationkoffie en slagroom. Ze behaalde haar master audiovisuele kunsten schrijven aan het RITCS. In 2014 won ze de publieksprijs van A.L. Snijdersprijs met haar zeer korte verhaal. In 2018 won ze de Hendrik Prijs-prijs voor kortverhalen. Dagen vult ze het liefst met woorden bij elkaar sprokkelen op plekken waar bomen zijn. Haar verhalen publiceerde ze in Kluger Hans, De Optimist en Deus Ex Machina. Momenteel is ze aan de slag als schrijfdocent en OKAN-leerkracht. Ze werkt aan een roman en een bundeling van haar kortverhalen.
Wat kan Lies iedereen een keer aanraden?
Ik zou iedereen aanraden om een deel van de camino te wandelen naar Compostella. Dat heeft mijn wereld in ieder geval veranderd. Mijn ogen geopend. Mij getoond wat ik werkelijk wilde in dit ene leven.
Fijn, even stilstaan bij het geluk hier geboren te worden.
Dankbaar voor het warme nest waar we uitkomen, hopend dit te kunnen doorgeven!
Veel succes verder 🍀
Volwassenen blijven er niet bij stil staan of staan er niet bij stil hoe kinderen alles rondom zich ervaren, beleven en in hun geest opnemen. Deze weergave van gevoelens is het bewijs dat kinderen wel degelijk alles meebeleven en zoals hier bewezen wordt ZOVEEL INTENSER ! Dit is een prachtig voorbeeld daarvan. Proficiat Lies !