Christophe Vekeman
Beste Gideon
Een van mijn favoriete voorwerpen op deze wereld, zeer geachte Gideon, is wat wij doorgaans de ‘hotelbijbel’ noemen. Hotelbijbels zijn altijd uitgaven van een organisatie die ‘Gideons International’ heet, wat u plezier moet doen, lijkt mij. Toch heeft het niet hiermee te maken dat ik u altijd zo benijdenswaardig heb gevonden.
Het is in het oudtestamentische boek Rechters dat u ten tonele verschijnt en pardoes wordt aangesproken door een ‘engel van de HEER’, die u opdraagt om Israël te bevrijden uit de greep van de vijand. U reageert op de opdracht met een verzoek. ‘Als U het werkelijk bent, Heer,’ zegt u, ‘geef mij dan een teken.’
Een bladzij verder, het is avond, krijgt uw bede een wel heel concreet karakter, en spreidt u een wollen vacht uit over de vloer. En u spreekt met God het volgende af: is de vacht ’s ochtends met dauw bedekt, terwijl de grond eromheen droog is, dan bent u van uw roeping zeker, honderd procent. Dan gelooft u, zeg maar. Dan komt, om het met de woorden van het evangelie uit te drukken, de Heer definitief uw ongeloof te hulp, dan is de kous af en weet u wat u te doen staat.
En kijk, de volgende ochtend blijkt de grond, jazeker, kurkdroog te zijn, en levert het uitwringen van de vacht niet minder dan ‘een kom vol’ water op.
Dat u benijdenswaardig bent, zei ik. En inderdaad, wie zou niet stiekem een klein beetje afgunst voelen bij het lezen of horen van dit verhaal? U vraagt een godsbewijs, en het volgende wat er geschiedt is dat de Heer, vingerknip, het u levert. Zo goed als de hele rest van de mensheid, inclusief ondergetekende, dient het kortom te stellen met aanvoelen en intuïtie, met blind geloof dat elke dag opnieuw moet worden verworven, maar u! U krijgt de zekerheid geserveerd op een matje. U wordt op uw wenken bediend. U krijgt zelfs de kans niet, zou je denken, nog langer te twijfelen.
En dan gebeurt het. Dan komt de aap uit de mouw en steekt u alsnog voorzichtig uw wijsvinger op. ‘Excuseert U mij,’ zegt u. Het heeft haast iets hilarisch, eigenlijk, als je er even bij stilstaat. ‘Sorry, Heer,’ zegt u, ‘maar kunt U nóg een teken geven? Kunt u de volgende nacht het wollen kleedje droog laten, en de grond bevochtigen?’
Dan gebeurt het, ja. Dan wordt u, Gods uitverkorene, tezelfdertijd opeens iemand die net als wij is en ons, vooral, iets bij te brengen heeft door ons een spiegel voor te houden. Een spiegel die ons toont dat er op vlak van geloof geen doorslaggevende argumenten bestaan. Dat is wat u ons onwillekeurig duidelijk maakt. Dat de tekenen er zijn, maar alleen maar voor wie ze wil zien. Dat God zichzelf niet hoeft te bewijzen, maar slechts in twijfel kan worden aanvaard.
U verdient geen afgunst, nee. Niet zozeer afgunst. U verdient dank.
Wie is Christophe Vekeman?
Christophe Vekeman (1972) is schrijver van tot nog toe zeventien boeken. Hij bespreekt elke week een boek in het Klaraprogramma Pompidou en geeft ook elke zaterdag zijn visie op de wereld in De Standaard Weekblad.
Waarom houdt Christophe van lezen?
“Elk goed boek biedt uitzicht op een werkelijkheid die verschilt van de eigen kleine wereld waarin je nu eenmaal je leven doorbrengt, en verruimt zodoende je blik en je persoonlijkheid. Dat lijkt mij een zeer positief neveneffect van lezen. Maar het gaat in de eerste plaats vooral over leesplezíer. Mijn favoriete romans? Bezorgde ouders van Gerard Reve, Revolutionary Road van Richard Yates en Tegen de keer van Joris-Karl Huysmans. Non-fictie? The Abolition of Man van C.S. Lewis.“