Magda Pollet (78)
“Als ik moet verhuizen, zullen ze me buiten moeten dragen”
Redactie: Nikkie Steyaert en Sander Buyck, fotografie: Sander Buyck
Mijn thuis
Magda: “Ik ben geboren in 1944 en woon al mijn hele leven op deze boerderij. Het is hier rustig wonen. Ik kan me geen betere plek voorstellen. Ik ben al de vierde generatie Pollet in dit huis. In mijn keuken hangt een balk die dateert van 1752! Ik heb hier zoveel beleefd: ik heb hier met mijn man gewoond, we hebben hier onze dochter grootgebracht … Geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt mijn huis achter te laten. Dit is mijn thuis. Als ik moet gaan, zullen ze me buiten moeten dragen.”
Mijn jeugd
Magda: “Ik ben van ‘den ouden tijd’. Bij ons was het altijd werken, werken, werken. Dat was de mentaliteit vroeger. Mijn zus Paula wilde graag naailes volgen, maar dat mocht niet van onze vader. Ze moest voor de varkens zorgen. Ik ploegde de akker met paard en pikmachine. We hadden geen auto, ik deed alles te voet of met de fiets. Toen ik op internaat zat, moest ik eens 2 uur wandelen in de sneeuw om verse kleren op te halen. Maar ik klaagde niet. Toen was dat normaal.”
Mijn gezelschap
Magda: “Mijn man stierf 28 jaar geleden. Daarna woonde ik hier vijf jaar alleen, tot ik een andere man leerde kennen. Hij leefde hier 23 jaar, maar anderhalf jaar geleden heb ik hem de deur gewezen. Hij dronk teveel. Maar ik ben niet eenzaam. Ik trek mijn plan, zonder hulp. Ik sta op om 7u30 en ga slapen om 22u. De hele dag ben ik in de weer. Ik doe zelf mijn boodschappen, ga nog naar feestjes en doe uitstapjes met mijn vriendinnen. Volgende week ga ik lekker gaan eten op restaurant, en daarna ga ik dansen met mijn dochter.”
Mijn tip
Magda: “Ik heb alles wat ik nodig heb. Dat heb ik ook wel verdiend: ik heb mijn hele leven lang hard gewerkt en nu geniet ik. Dat is het verschil met de jeugd van tegenwoordig. Zij genieten nu en denken niet aan de toekomst. Ze zouden meer moeten sparen. Als je niets spaart, kom je later in de problemen. Alles is vandaag de dag ook veel duurder dan vroeger. Als je naar de winkel gaat, ben je al snel honderd euro kwijt. Toen mijn grootvader boerde, verdiende hij 1000 BEF, per jaar! En hij had nog een huisknecht. Tegenwoordig is het bijna niet meer mogelijk om te leven zonder twee kostwinners in een gezin. Het geld brengt ook niets meer op. De tijden zijn veel veranderd.”
“De jeugd van tegenwoordig geniet nu en denkt niet meer aan de toekomst”