Paspoort van een VRIJWILLIGER
Over grenzeloos engagement, koffers waardering en valiesjes vol verbinding
Redactie: Nikkie Steyaert en Julie Goditiabois
Je ziet ze op festivals, tijdens kermiskoersen en in vaccinatiecentra, maar heel vaak zijn ze ook onzichtbaar aan de slag als afwasser in een bijkeuken van een woonzorgcentrum, als financieel manusje-van-alles in een vzw of als huiswerkbegeleider naast een zevenjarige jongen. Maar dé vraag luidt: waarom? Waarom is hun engagement zó groot dat ze dit alles onbezoldigd en vrijwillig doen? En wat krijgen ze ervoor terug? Still sprak met 4 paar helpende handen over hun drijfveren en klopte op de deur van Eva Hambach, directeur bij het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk om het te hebben over intrinsieke motivatie, onkosten, vriendschap en altruïsme. “Vrijwilligersbloed kruipt waar het niet gaan kan.”
Het is ochtend en ik luister naar De Ochtend op Radio 1. Ze praten over de beslissing van de Vlaamse overheid om werklozen die al 2 jaar niet aan het werk zijn vanaf 2023 te verplichten om in hun gemeente vrijwilligerswerk te doen. Ik hoor Ides Nicaise, hoogleraar aan de KU Leuven en onderzoeker bij het HIVA, vertellen dat hij niet achter het idee staat, omdat het indruist tegen het recht op vrije keuze van arbeid. Ook ik vraag me af of je iets vrijwilligerswerk kan noemen, als er niet vrijwillig voor wordt gekozen. Ik besluit het Vlaams steunpunt Vrijwilligerswerk te contacteren en weet directeur Eva Hambach te strikken. Maar voor ik me verder in het thema kan verdiepen, wil ik zelf even proeven van het vrijwilligersleven. Op het internet stoot ik op Taalcafé Mundial, een organisatie die 2 keer per maand een gezellige avond organiseert waarop mensen met verschillende nationaliteiten elkaar ontmoeten om gesprekken te voeren in een vreemde taal. Na registratie krijg ik een mailtje: ze verwachten me op de eerstvolgende bijeenkomst. Start!
Stop 1: Keuvelen in Taalcafé Mundial
“We zetten in op contact tussen buren met diverse nationaliteiten”
Om 19u20 spring ik op de tram richting Rabot in Gent. De Blaisantkerk is sinds kort de nieuwe locatie van Taalcafé Mundial. Wanneer ik aankom, staan er al een 20-tal tafeltjes her en der verspreid. Op die tafels staan bordjes met een specifieke taal: Engels, Nederlands, Grieks, Turks … Aan de ingang ontmoet ik Sara, ze schrijft mijn naam op een kledingsticker en ik grijp mijn kans om haar te vragen naar haar engagement. Ze glimlacht. “Ik heb Taalcafé Mundial leren kennen als bezoek-vrijwilliger. Tijdens corona kon het taalcafé niet doorgaan en ik beloofde mezelf dat wanneer het terug kon opstarten, ik mijn schouders mee onder de organisatie zou zetten. Het is een mooi concept en ik zou niet willen dat het verloren gaat.” Ik knik begrijpend en een man loopt langs. Sara houdt hem tegen. “Als je meer wil weten, is Erik je man”, lacht ze. Voor ik het weet, ben ik verwikkeld in een gesprek.
Jemen
“Taalcafé Mundial draait volledig op vrijwilligers”, vertelt Erik trots. “Dan heb ik het over de hele organisatie – de planning, het klaarzetten van de zaal, het onthaal, de bar, het opruimen, onze sociale media – maar op zich ook over de bezoekers die zich vrijwillig aanmelden. De avond is opgedeeld in twee blokken; tijdens de ene helft ben je ‘student’ en tijdens de andere ‘leraar’. Het ene uur neem je plaats aan een tafel met jouw moedertaal en help je anderen die de taal willen leren, en tijdens het andere uur ga je zitten aan een taaltafel naar keuze, om gezellig met de groep te keuvelen en de taal te leren. Gent is multicultureel en met Taalcafé Mundial willen we niet alleen inzetten op taal maar ook op contact tussen buren met diverse nationaliteiten. Je kan hier iets drinken en praten over alles wat je wil – zolang het in de juiste taal is.” Hoe Erik in de organisatie terechtgekomen is? “Ik heb in mijn leven verschillende vormen van vrijwilligerswerk gedaan, maar sinds 2018 ben ik hier aan de slag. Ik ben op pensioen en het geeft mij een zinvolle bezigheid. Ik ben gebeten door taal, dus het initiatief past goed bij me. Ik hou ook van de culturele mix in onze vrijwilligerspool. We zijn met 16 vrijwilligers voor de organisatie en ze komen van overal: Jemen, Syrië, Italië … Dat is heel boeiend.”
Ik hou van de culturele mix in onze vrijwilligerspool. We zijn met 16 vrijwilligers voor de organisatie en ze komen van overal
Wisselwerking
De klok slaat ondertussen 20 uur, tijd voor Erik om de avond ‘te openen’. Het is huisje vol in de kerk. Aan de Nederlandstalige tafel zijn alle stoelen bezet. Ik ontmoet Enemes uit Turkije, Samuel uit Nicaragua en Pana uit Griekenland. Ook Cedric uit Gent is aanwezig. We hebben het over voetbal, Netflix en het weer in Athene. De sfeer is gemoedelijk en er wordt veel gelachen. Als dit vrijwilligerswerk is, dan kan ik het wel smaken, denk ik bij mezelf. Op het einde loop ik Cedric in het buitengaan opnieuw tegen het lijf. Hij moet dezelfde richting uit. Ik vraag hem waarom hij naar het Taalcafé gaat. “Ik hou van de wisselwerking”, vertelt hij overtuigd. “Je helpt anderen, maar anderen helpen jou ook. Het is een laagdrempelige manier om iets bij te leren, maar ook om je steentje bij te dragen. Als leerkracht vind ik het concept ook heel interessant. Ik geef les in de derde graad, en ik wil Taalcafé Mundial promoten bij mijn leerlingen. Ze kunnen op een leuke manier een vreemde taal bijschaven, maar ook sociale contacten leggen en kennis maken met andere culturen.” Met die wijze woorden en een ‘tot de volgende’ – binnen twee weken is er een nieuwe taalsessie – scheiden onze wegen. Morgenvroeg heb ik afgesproken met Eva, directeur van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk.
Meer weten over de organisatie? www.taalcafemundial.gent
bio
- Naam: Erik Van Vooren
- Leeftijd: 69 jaar
- Regio: Evergem
- Burgerlijke staat: Getrouwd, 2 zonen en 4 kleinkinderen
- Hobby: ghostwriter. De afgelopen jaren schreef hij mee aan een zevental boeken
- Vrijwilligerswerk: (Digitale) communicatie bij & lid van de raad van bestuur van Taalcafé Mundial
Stop 2: Steun zoeken in de Peperfabriek
“Verplicht vrijwilligerswerk bestaat niet”
9u. Antwerpen-centraal. Het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk (VSVW) heeft een kantoor in de Peperfabriek. Eva ontvangt me hartelijk en we nemen plaats in een zetel in de hoek van haar bureau. Ik merk op dat er niet zoveel medewerkers aanwezig zijn. “We werken hier dan ook maar met vier, plus een vrijwilliger voor de helpdesk”, lacht Eva. “Ten opzichte van andere steunpunten in Vlaanderen zijn we dus best klein.”
Verplichting
Ik denk plots terug aan het interview dat ik hoorde op Radio 1, over de beslissing van de Vlaamse regering om werklozen vanaf 2023 te verplichten om als vrijwilliger aan de slag te gaan. Eva haar opinie is klaar en duidelijk. “Wij zijn er absoluut tegen. Verplicht vrijwilligerswerk bestaat niet. In zo’n geval gaat het echt over gemeenschapsdienst. Dat mag je niet over dezelfde kam scheren. In mijn ogen zegt deze beslissing tussen de regels door dat vrijwilligerswerk plezant mag zijn, maar niet voor specifieke doelgroepen zoals werklozen. Voor hen moet het gewoon functioneel zijn en de gemeenschap dienen. Dat is heel stigmatiserend. En wat zullen die mensen moeten doen? Hebben ze een keuze waar ze aan de slag kunnen of gaat het om papiertjes opkuisen en kauwgom van banken schrapen? En bovendien, waar trek je de grens? Ga je ook gepensioneerden of mensen die 4/5de werken verplichten om tijdens hun vrije momenten de maatschappij te dienen?”
Struisvogelpolitiek
“Ik merk nu al dat sommige mensen met een leefloon door het OCMW gepusht worden om vrijwilligerswerk te doen als onderdeel van hun activeringstraject”, vertelt Eva verder. “Zij hebben soms verkeerdelijk de indruk dat ze hun uitkering kunnen verliezen als ze met het vrijwilligerswerk stoppen, zelfs als ze het niet leuk vinden. Maar als ze het vrijwilligerswerk niet zinvol vinden, dan gaan ze er ook geen waardering of eigenwaarde uit halen, iets dat voor die doelgroep net heel belangrijk is. Vrijwilligerswerk gaat in essentie over solidariteit. Door mensen verplicht vrijwilligerswerk te laten doen, ontneem je hen de kans om vrij voor solidariteit te kiezen. Ten slotte is het ook helemaal niet goed voor hun arbeidskansen. Als ze vrijwilligerswerk doen, kunnen ze vrijgesteld worden van het zoeken naar werk of het volgen van een opleiding. Dat is niet ok. Op die manier verdwijnen de mensen die moeilijker bemiddelbaar zijn op de arbeidsmarkt uit de statistieken en lijkt het probleem opgelost. Ik noem dat struisvogelpolitiek.”
Motivatie
De boodschap is dus duidelijk: Vrijwilligerswerk moet komen uit een intrinsieke motivatie. Maar wat motiveert of drijft iemand dan? “Iedereen heeft zijn eigen redenen, maar in de literatuur maken ze een onderscheid tussen drie verschillende groepen van vrijwilligers. De eerste zijn de idealistische vrijwilligers. Dat zijn voornamelijk mensen die zich inzetten voor het klimaat of lid zijn van actiegroepen. Ten tweede heb je zij die zich vooral laten leiden door altruïstische motieven: anderen helpen. Zij zoeken vooral verbinding en sociale contacten. Ten slotte heb je ook nog de mensen die streven naar een win-win. Hier gaat het bijvoorbeeld over mensen die hun cv willen opprikken, hun netwerk willen uitbreiden of zich klaar maken voor een carrière switch of een eerste job. Uit onderzoek van Stijn Baert, econoom en arbeidsmarktdeskundige, blijkt trouwens dat de toegang voor nieuwkomers tot de arbeidsmarkt makkelijker is indien ze vrijwilligerswerk doen, omdat mensen dat beschouwen als een vorm van integratie. Maar ook bij niet-nieuwkomers kan het een streepje voor zijn op je cv. Het zegt iets over je sociale vaardigheden. Het is vaak een indicatie dat je goed kan functioneren in een groep, en dus waarschijnlijk ook in een team.”
De beslissing om vrijwilligerswerk te verplichten voor werklozen zegt tussen de regels door dat vrijwilligerswerk plezant mag zijn, maar niet voor werklozen
Naastenliefde
Het valt me op dat ik de laatste tijd veel vrijwilligers ben tegengekomen. Als je erop let, vind je ze plots overal. Zo was er de man aan de kassa van Oxfam, die mijn chocolade afrekende. Of de vrouw in de wijk van mijn oma, die elke dag de Kapel van O.L. Vrouw-ten-Doorn opent en afsluit, zodat bezoekers er een kaarsje kunnen branden. Ik denk aan mijn buurvrouw die af en toe boodschappen doet voor haar papa, omdat hij niet goed meer te been is. Ik vraag Eva of we haar ook een vrijwilliger kunnen noemen? Ze schudt van nee. “Om van vrijwilligerswerk te kunnen spreken, moet er min of meer sprake zijn van een georganiseerd verband. Je zou kunnen zeggen dat een vrijwilliger de doelstellingen van een organisatie probeert te realiseren. Een familielid helpen is eerder informele inzet, naastenliefde of mantelzorg.”
Rooskleurig
Volgens de Barometer van de Verenigingen 2020 zag 33% van de verenigingen tussen maart en september 2020 hun aantal vrijwilligers met de helft terugvallen. Ik vraag Eva hoe rooskleurig zij de toekomst van het vrijwilligerswerk ziet. “Het is nog te vroeg om uitspraken te doen, daarvoor wacht ik liever nieuwe cijfers af. Maar de afgelopen twee jaar kan je ongetwijfeld ‘bijzonder’ noemen. Zowel de coronacrisis als de oorlog in Oekraïne hebben een invloed gehad op het vrijwilligerswerk. Sommige vrijwilligers konden tijdens corona nergens terecht en hebben een andere tijdsbesteding gevonden, waar anderen, bijvoorbeeld technische werklozen, hun weg naar vrijwilligerswerk hebben gevonden. Ook de oorlog in Oekraïne heeft bepaalde mensen aangezet tot vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld door vluchtelingen in huis te nemen. Die beslissing is echter ontstaan vanuit sterke emoties en is vaak impulsief genomen. Het is geen garantie dat het zal leiden tot een langdurig en duurzaam engagement als vrijwilliger. Los daarvan kijk ik positief naar de toekomst van vrijwilligerswerk. Vrijwilligersbloed kruipt waar het niet gaan kan. Mensen willen iets betekenen en hebben nood aan zinvolheid, het geeft hen een positief gevoel. Onderzoek van de VUB heeft dat ook aangetoond: vrijwilligerswerk is goed voor de fysieke en mentale gezondheid. Het maakt je gelukkig. Vraag het maar aan een vrijwilliger”, rondt Eva lachend af. We nemen afscheid en ik besluit haar suggestie mee te nemen. Straks heb ik afgesproken met Jens, vrijwilliger bij Natuurpunt. Ik neem me voor hem te vragen of hij écht gelukkiger wordt van het vrijwilligerswerk …
Wat is Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw (VSVW)?
- Het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw (VSVW) promoot het vrijwilligerswerk in Vlaanderen en heeft tot doel vrijwilligersorganisaties te ondersteunen, de evoluties van de wetgeving op te volgen, informatie te verstrekken, beleidsmakers gevoelig te maken voor het vrijwilligerswerk en aan belangenbehartiging te doen. Zowel verenigingen als lokale besturen kunnen bij hen terecht voor advies over o.a. de vrijwilligerswet en onkostenvergoedingen.
- Het VSVW ontvangt financiële middelen van zowel het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin als van het Departement Cultuur, Jeugd en Media en Brussel.
- Website: vlaanderenvrijwilligt.be
bio
- Naam: Eva Hambach
- Leeftijd: 58 jaar
- Regio: Antwerpen
- Burgerlijke staat: getrouwd met Majd, 2 zonen
- Beroep: Directeur bij het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk
- Hobby’s: lezen en schrijven
- Vrijwilligerswerk: virtueel schrijfcoach voor Schrijven Online (Nederland)
STOP 3. Bijen spotten bij Natuurpunt
“Ik heb zingeving en engagement nodig in mijn leven”
Wanneer ik aankom in Gent-Sint-Pieters, spring ik op de fiets. Ik heb met Jens afgesproken voor een wandel-interview. “Mijn situatie is best bijzonder”, steekt Jens van wal wanneer we door de straten van Gent kuieren. “Zowel mijn werk als mijn vrijwilligerswerk draait rond bijen en wespen bij de organisatie Natuurpunt. Wat kan ik zeggen, het is een passie.” Bijen. Toch wel heel specifiek, werp ik op terwijl we een straat inslaan. “Bijen en wespen krijgen de laatste tijd veel aandacht, dat was anders toen ik met het vrijwilligerswerk begon in 2010. Ik ben altijd gefascineerd geweest door bijen, ik deed er als student biologie ook mijn thesis over, maar ik vond weinig andere liefhebbers. Ik voelde me wat eenzaam in mijn passie, vandaar het engagement om een werkgroep rond wilde bijen en wespen (Aculea) op te richten bij Natuurpunt. Ondertussen zijn we 12 jaar verder en telt de werkgroep momenteel meer dan 40 leden. Dat maakt me echt heel trots.” Hoe hij dan ook als werknemer bij Natuurpunt is terechtgekomen, wil ik weten? “Enkele maanden na de start van de werkgroep, kwam er een vacature online voor een job als onderzoeker rond wilde bijen, die ook de werkgroep zou ondersteunen. Eerlijk: ik heb lang getwijfeld of ik zou solliciteren. Ik had met het vrijwilligerswerk echt iets gevonden dat me energie gaf. Ik was bang dat als ik de job zou krijgen, de grens tussen werk en vrijwilligerswerk te vaag zou worden. Maar er is nog steeds een groot verschil in taken en activiteiten. Ik voel me ook veel vrijer wanneer ik er sta als vrijwilliger.”
Onkosten
Ik herinner me dat Jens me via Facebook had laten weten dat hij 4/5de werkt. Ik pols voorzichtig of hij niet inzit met het feit dat hij inkomsten misloopt, omdat hij zijn vrije dag vaak besteedt aan vrijwilligerswerk. “Geld is voor mij absoluut geen motivator. Ik doe mijn werk én mijn vrijwilligerswerk met hart en ziel: dat is mijn drijfveer. De passie, het bezig zijn met iets dat er toe doet, waardering krijgen. Het geeft me energie.” Dit is het moment, denk ik bij mezelf. Ik vraag Jens of het vrijwilligerswerk hem écht gelukkiger maakt. Hij knikt overtuigd. “Zonder twijfel. Als ik te lang Netflix kijk of niets bijdraag, word ik ongelukkig. Ik heb zingeving en engagement nodig in mijn leven. Aangezien ik veel weet over bijen en wespen, werk ik ook af en toe als vrijwillige gids. Ik vind het leuk als ik mensen iets kan bijbrengen op een begrijpelijke manier. Voor het gidsen krijg ik trouwens een vrijwilligersvergoeding, maar die stort ik door naar de werkgroep. Zoals ik zei: ik doe het niet voor het geld.”
“Voor mij is het sociale aspect een grote motivator om het engagement te blijven aangaan”
Zwerfvuil
‘Je bent een bezige bij’, werp ik lachend op, wanneer hij vertelt dat hij naast de werkgroep ook nog vrijwilligerswerk doet in het zeisteam van Natuurpunt. “Het leuke aan dat soort vrijwilligerswerk is dat je meteen resultaat ziet. Dat is heel bevredigend. Ik denk dat ik wekelijks een tiental uur besteed aan vrijwilligerswerk bij Natuurpunt. In de winterperiode is er minder te doen, dan hou ik me in mijn vrije tijd vaker bezig met het opruimen van zwerfafval (via het initiatief ‘mooimakers’ n.v.d.r). Dat is niet echt vrijwilligerswerk, eerder iets dat ik vrijwillig doe. Als ik eens een week geen zin heb, doe ik het niet. Maar ik vind het eigenlijk best leuk. Als ik na het rapen een zware vuilzak in de hand heb, voel ik me goed. Soms trommel ik een groepje vrienden op en dan maken we er een spel van. ‘Wie kan het grootste stuk afval uit de Schelde vissen?’ Zie het als een Lunapark voor volwassenen”, grapt Jens. “Soms is het wel frustrerend als je de week erop weer zwerfvuil aantreft waar je net alles hebt weggehaald, maar ik blijf het doen. Aangezien het geen verplichting is, voelt het nooit aan als een sleur. Dat is het grote verschil tussen mijn werk en wat ik als vrijwilliger doe: ik weet dat ik het niet moet doen, ik doe het uit vrije wil. Dat creëert ademruimte maar ook goesting.”
Sociaal
Ik denk terug aan mijn gesprek met Eva over de beslissing van de overheid rond werklozen en verplicht vrijwilligerswerk en wil weten wat Jens daarvan denkt. “Verplichten? Dat is de doodsteek van vrijwilligerswerk. Ik merk het bij mezelf en bij andere vrijwilligers: persoonlijke motivatie is het sleutelwoord. Anders hou je het niet vol. Vrijwilligerswerk moet je graag doen, het moet energie geven. Het heeft veel met waardering te maken, deel uitmaken van een groep, zin geven aan je leven en jezelf ontplooien. Ik doe het ook voor het sociaal contact. Ik ben een bijen-mens maar ook een mensen-mens. Veel vrijwilligers die ooit mijn pad kruisten, zijn ondertussen mijn vrienden geworden. Voor mij is het sociale aspect een grote motivator om het engagement te blijven aangaan.” We zijn ondertussen terug aangekomen bij mijn fiets en nemen afscheid. Ik haast me huiswaarts en wissel mijn fiets voor de auto. In Aalter zit namelijk nog een vrijwilliger op mij te wachten …
Meer weten over de organisatie? www.natuurpunt.be
bio
- Naam: Jens D’Haeseleer
- Leeftijd: 36 jaar
- Regio: Gent
- Burgerlijke staat: alleenstaand
- Beroep: wetenschappelijk medewerker wilde bijen bij de studiedienst van Natuurpunt
- Hobby’s: indoor muurklimmen
- Vrijwilligerswerk: lid van het zeisteam Natuurpunt, oprichter en lid van de werkgroep Aculea Natuurpunt, zwerfvuil rapen
Stop 4. Foto’s maken bij vzw Boven de Wolken
“De dankbaarheid die ik terugkrijg is met niets te vergelijken”
Kaat Bonte doet al sinds 2017 vrijwilligerswerk voor vzw Boven de Wolken. Wanneer ik binnenkom in haar fotostudio, valt het me op dat het er erg warm is. “Ik maakte net nog foto’s van een pasgeboren baby’tje”, verklaart Kaat. “Om ervoor te zorgen dat een kindje rustig slaapt tijdens een shoot, verwarm ik mijn studio tot zo’n 26 graden.” Dat klinkt heel gezellig, denk ik bij mezelf en vraag me af hoe anders haar engagement voor Boven de Wolken moet aanvoelen. Kaat maakt op vrijwillige basis foto’s van overleden baby’s; van stilgeborenen tot kindjes van 6 maanden oud. Samen met meer dan 220 andere vrijwilligers legt ze hen vast op beeld. En ze heeft een drijfveer. “Ik doe het niet enkel om ouders een tastbare herinnering te geven die nooit zal vervagen, maar ook om hen foto’s te geven die ze met trots aan iedereen kunnen laten zien. Mensen vergeten dat ook sterrenouders fiere ouders zijn.”
“Ik doe het vrijwilligerswerk voor anderen, maar voor een groot stuk ook voor mezelf”
Meer dan foto’s
Hoe kom je als professioneel fotograaf terecht als vrijwilliger bij zo’n vzw, vraag ik me luidop af. “Ik ben maatschappelijk werker van opleiding en werkte 11 jaar in de thuiszorg. Na een avondopleiding bij cvo Kisp werd ik fotograaf in bijberoep. Enkele mensen zagen dat Boven de Wolken op zoek was naar vrijwillige fotografen en vroegen of dat niets voor mij zou zijn. Omdat mijn werk als maatschappelijk werker al tamelijk belastend was, dacht ik dat het beter zou zijn om dat er niet bij te nemen. Maar tijdens een newborn shoot vertelde de mama van het jongetje dat ik aan het fotograferen was dat hun stilgeboren eerste kindje gefotografeerd werd door Boven de Wolken. Ze wilde die foto’s trouwens graag gebruikt zien in de shoot en zo haar beide kindjes samen op beeld hebben. Haar verhaal was zo aangrijpend dat ik me de dag nadien aanmeldde als vrijwilliger bij Boven de Wolken. Door haar verhaal besefte ik dat wat Boven de Wolken doet veel meer is dan foto’s maken. We zorgen er eigenlijk voor dat de drempel die veel ouders – begrijpelijk – voelen om een emotionele band op te bouwen met hun overleden kindje, vervaagt. Het feit dat wij als niet-medisch geschoolde mensen het ziekenhuis binnenwandelen en ouders vertellen dat ze een mooi kindje hebben, of dat hun kindje op hen lijkt, brengt heel wat teweeg. Vaak is zo’n shoot ook de enige activiteit die ouders met hun kindje hebben kunnen doen. Zo creëren we herinneringen.”
Beter mens
Dit is allesbehalve luchtig vrijwilligerswerk, bedenk ik me. “Het is soms heftig. Zo werd ik ooit gevraagd om foto’s te nemen van een kindje dat afgekoppeld zou worden van een beademingstoestel. Ik was er dus bij terwijl het kindje aan het sterven was. Iedereen die aanwezig was in de ruimte, en dus ook ik, was aan het huilen. Na afloop lag ik in de knoop met mijn gevoelens en heb ik een paar maanden afstand moeten nemen van het werk. Toch pikte ik de draad weer op. De dankbaarheid die ik terugkrijg is met niets te vergelijken. In die zin ben ik een beetje egoïstisch in mijn vrijwilligerswerk. Ik doe het voor anderen, maar voor een groot stuk ook voor mezelf.” Op de vraag of ze door haar vrijwilligerswerk op een andere manier in het leven gaan staan is, antwoordt Kaat stellig. “Het heeft van mij een beter mens en een betere mama gemaakt. Ik kan beter relativeren. Ik moet wel toegeven dat ik blij ben dat ik al mama was voor ik vrijwilliger werd bij Boven de Wolken. Ik weet nu heel goed wat er allemaal mis kan lopen, zowel voor als tijdens de bevalling. Dat zou mij bang gemaakt hebben om nog aan kindjes te beginnen.”
Maatschappelijke fotografe
Omdat de combinatie van een job in de thuiszorg, een fotostudio in bijberoep en twee kinderen zwaar werd, besloot Kaat op 1 januari 2020 fulltime fotografe te worden. Ze vertelt me dat veel mensen de wenkbrauwen fronsten wanneer ze hoorden dat ze de overstap van maatschappelijk werker naar fotografe maakte. “Ik vind dat eigenlijk echt niet zo gek,” vertelt Kaat. “Ook als fotograaf werk ik met mensen. Het is belangrijk vlot om te gaan met mensen zodat ze zich bij mij op hun gemak voelen. In mijn vrijwilligerswerk komen de twee mooi samen. Ik mag nog zo’n goede foto’s maken; als ik geen empathisch inleefvermogen heb, kan ik mijn werk voor Boven de Wolken niet goed doen. Je moet trouwens geen professioneel fotograaf zijn om bij Boven de Wolken te beginnen. Zo hebben we ook vrijwilligers die verpleegkundigen zijn die een cursus fotografie gevolgd hebben. Tijdens een stageperiode krijgt iedereen de kans om zich te bewijzen: zowel op fotografisch als op menselijk vlak. Door stagiairs te begeleiden, probeer ik de organisatie mee te bestendigen voor de toekomst. Al voel ik dat mijn verhaal bij Boven de Wolken nog lang niet is uitverteld”, besluit Kaat terwijl ze met me meeloopt naar de deur.
Meer weten over de organisatie? www.bovendewolken.be
bio
- Naam: Kaat Bonte
- Leeftijd: 37 jaar
- Regio: Aalter
- Burgerlijke staat: getrouwd, 2 kinderen
- Beroep: fotograaf
- Hobby’s: Reizen, films kijken en sporten.
- Vrijwilligerswerk: fotografe bij vzw Boven de Wolken
Stop 5. Voorlezen in een kinderdagverblijf
“Vrijwilligerswerk brengt sociale vaardigheden bij en leert me wat zelfstandiger te zijn”
Omdat Gwen tegen de grens met Nederland – en dus aan de andere kant van Vlaanderen – woont, besluit ik haar op te bellen. ‘Horen jullie mij?’, vraag ik ietwat onwennig. Gwenn is slechthorend en dus sluit haar mama Gilberte ook aan bij ons telefoongesprek. Gelukkig is de verbinding perfect en verloopt ons gesprek moeiteloos. Gwen heeft een auditieve en verstandelijke beperking, maar dat houdt haar niet tegen om aan de slag te gaan als vrijwilliger op meerdere locaties. “Op maandag lees ik voor en zing ik in een kinderdagverblijf en in een kleuterschool. Op woensdag maak ik muziek met ouderen met dementie in een woonzorgcentrum. Wat ik het leukst vind? Misschien vind ik de kinderen een iets makkelijker doelpubliek. Van hen krijg ik net dat tikkeltje meer terug.”
Uit volle borst
Wanneer ik vraag waarom Gwenn aan vrijwilligerswerk doet, snelt mama Gilberte ter hulp. “Omdat Gwenn door haar beperking niet terecht kan op de reguliere arbeidsmarkt, krijgt ze een maandelijkse tegemoetkoming van de overheid. Toch vonden wij het als ouders belangrijk dat Gwenn zinvol aan de slag gaat en deelneemt aan het ‘gewone leven’. Door haar beperking is Gwenn minder sociaal. Haar vrijwilligerswerk brengt haar sociale vaardigheden bij en leert haar wat zelfstandiger te zijn.” Wat Gwenn precies zou gaan doen of met welke doelgroep ze zou werken, mocht ze volledig zelf kiezen. “Ik zing en lees graag, en wou graag met kinderen of bejaarden werken. Het is een mengeling daarvan geworden. In het woonzorgcentrum zing ik liedjes met mensen die aan dementie lijden. De liedjes van toen blijven hangen in hun geheugen. Ook al weten ze heel wat dingen niet meer, kunnen ze veel teksten nog heel goed meezingen. Wanneer ze uit volle borst meezingen, heb ik het gevoel dat ik iets beteken voor hen.”
“Wanneer de ouderen uit volle borst meezingen, heb ik het gevoel dat ik iets voor hen beteken”
Gehoorapparaat
Of de beperking van Gwenn soms een belemmering vormt in haar werk als vrijwilliger, wil ik graag weten. “Bij de bewoners van het woonzorgcentrum niet. Demente ouderen hebben zelf een beperking en dragen vaak ook een gehoorapparaat.” We lachen allemaal even. “De oudere schoolkinderen merken mijn gehoorapparaat wel op. Zij vragen er soms ook naar, maar dat vind ik niet zo erg.” Kinderen kunnen snoeihard zijn, bedenk ik me. Ze durven staren en nemen vaak geen blad voor de mond. Gelukkig zijn ze ook een dankbaar publiek. “Ik krijg veel van hen terug. Daarom zet ik me er ook zo hard voor in. Ik ga elke week naar de bibliotheek om nieuwe boeken te halen om uit voor te lezen. Afhankelijk van de tijd van het jaar, kies ik voor thema’s als de lente, Kerstmis of Sinterklaas.”
Zelfstandig
Niet enkel Gwenn, maar ook mama Gilberte blijkt een geëngageerde vrouw te zijn. In plaats van Gwenn louter af te zetten aan het woonzorgcentrum of een koffie te drinken in de cafétaria, blijft mama Gilberte ter plaatse en steekt ze ook de handen uit de mouwen. “Elke week breng ik een bewoonster met dementie van haar kamer naar de cafetaria, waar haar echtgenoot op haar wacht. Ik neem daarna andere demente bewoners mee voor een wandeling of ga een praatje slaan met mensen die vaak op hun kamer verblijven. Mezelf nuttig kunnen maken tijdens het wachten op Gwenn geeft me voldoening. Het enige dat ik wil voorkomen, is dat Gwenn en ik samen aan het werk zijn. Dat is echt niet de bedoeling. We willen Gwenn door haar vrijwilligerswerk net stimuleren om zelfstandiger te worden. Ze is door haar beperking al zo hard op ons aangewezen. In het woonzorgcentrum kan Gwenn, met ondersteuning van muziektherapeut Maarten, zelfstandig werken. Dat is zo mooi om te zien”, besluit Gilberte.
bio
- Naam: Gwenn Jacquemin
- Leeftijd: 21 jaar
- Regio: Rekem (Lanaken)
- Burgerlijke staat: ze woont samen met haar ouders
- Hobby: zingen in een koor, ballet
- Vrijwilligerswerk: voorlezen en zingen in een kinderdagverblijf en kleuterschool & muziek maken met ouderen met dementie in een woonzorgcentrum
Kaderstuk: De vrijwilligerswet in 3 vragen en 3 antwoorden
Waarop hebben vrijwilligers recht volgens de wet?
Het vrijwilligerswerk in België wordt geregeld door een federale wet. Deze wet geldt voor alle organisaties die in België een zetel hebben, gevestigd zijn, of vanuit België opereren in het buitenland. Volgens de vrijwilligerswet hebben vrijwilligers recht op twee zaken. Ten eerste hebben ze het recht om geïnformeerd te worden. Ten tweede hebben ze recht op een verzekering*, minstens op vlak van burgerrechtelijke aansprakelijkheid.
Wat schort er aan de vrijwilligerswet?
Volgens Eva, directeur van VSVW is het grote minpunt van de wet het feit dat niemand echt wakker ligt van de naleving. “Overheidsmatig is er zo goed als geen controle, behalve door de RVA en de sociale inspectie. Vrijwilligers zijn op zich niet goed beschermd. Er is geen meldpunt. Te weinig politici kennen en erkennen de vrijwilligerswet en ze wordt ook wel eens naar de hand gezet. Kijk maar naar wat er tijdens corona is gebeurd: de RVA heeft dan zonder verpinken de meldingsplicht afgeschaft voor mensen die wilden helpen in het vaccinatiecentrum. Dat geeft een verkeerd signaal. Het zegt: vrijwilligerswerk is belangrijk, maar enkel voor sommige activiteiten of sectoren. Op die manier spelen ze vrijwilligers tegen elkaar uit. Dat zorgt voor wrevel.”
Hoe zit dat met de onkostenvergoeding?
Het invoeren van Artikel 12 in de vrijwilligerswet (in 2018) is volgens VSVW een vorm van onrechtvaardigheid. “Art. 12 creëert de mogelijkheid om afwijkende kostenvergoedingsregelingen te hebben voor bepaalde categorieën vrijwilligers, zoals bijvoorbeeld niet-dringend medisch ziekenvervoer. Die ‘onkostenvergoeding’ loopt soms zo hoog op dat ze bijna gelijk gesteld kan worden aan een loon. In se is dat geen vrijwilligerswerk meer en neigt dat meer naar reguliere arbeid. Bij het VSVW streven we naar gelijke behandeling van elke vrijwilliger. Als het aan ons ligt, zouden we Art. 12 dan ook graag schrappen uit de vrijwilligerswet.”
* De grotere organisaties regelen die verzekering zelf met een makelaar. Maar voor de meest kwetsbare organisaties – vzw’s of feitelijke verenigingen zonder personeel – biedt het VSVW een gratis verzekering aan.
Zelf op zoek naar vrijwilligerswerk? Surf naar www.vrijwilligerswerk.be |