ZELFDODING: OVER DE KRACHT VAN NABESTAANDEN OM HUN LEVEN WEER OP TE PIKKEN

Fijne dag nog! Top!!! Tot dan!’ Zoveel uitroeptekens en enthousiasme had ik niet verwacht toen ik via ‘Werkgroep Verder’ van de Vlaamse overheid bij Debbie belandde om met haar een gesprek te hebben over hoe zij de voorbije 9 jaar met het onverwachte overlijden van haar man probeerde om te gaan. Al is er wel reden voor wat voorzichtig optimisme. De zelfdodingscijfers in Vlaanderen zijn tussen 2000 en 2020 immers met 20% gedaald. En mensen zoals Debbie en Lore zitten daar misschien wel voor iets tussen. “Zeg niet ‘bel maar als er iets is’. Ga gewoon aan die deur staan en neem iets te eten mee.” Een tweegesprek met coördinator Lore Vonck van Werkgroep Verder en nabestaande Debbie Steels over zelfdoding, zielenknijpers, puzzels en leren luisteren.

redactie en fotografie: Mattias Devriendt

Toegegeven, we hebben het een paar keer besproken. Moeten we dit wel brengen? En hoe dan? En wat zouden de effecten van een artikel over zelfdoding kunnen zijn? Zou het niet veel beter zijn om er vooral over te zwijgen zodat we niemand op gedachten brengen? Lore Vonck stelde ons gerust aan de telefoon. “Er zijn heel duidelijke regels voor media als het op artikels over zelfdoding aankomt. Er is immers altijd een ‘copycat-gevaar’, zoals bij Steve Stevaert of Yasmine. Details, methodes en identificatie zijn daarin belangrijke triggers en dat soort artikels kunnen echt niet. Maar er bestaat ook zoiets als het ‘papageno-effect’ of ‘het hoopvolle effect van het zien van alternatieven’: het nummer van de zelfmoordlijn dat altijd getoond wordt, de boodschap ‘er is altijd iemand die luistert’ of getuigenissen van mensen die het overleefd hebben. Bij Kurt Cobain was er heel weinig kopieereffect omdat zijn vrouw Courtney Love de daad onmiddellijk wegzette als dom en verschrikkelijk en sterk benadrukte dat het geen oplossing was. Over het thema spreken is dus echt belangrijk en als het op de juiste manier gebeurt, dan kan er ook een positief effect zijn op mensen.” Dus hier gaan we dan. Een beetje verstopt aan het einde van deze editie, maar voor veel mensen van wezenlijk belang: hoe ga je er als nabestaande mee om als je partner, vriend, vriendin, kind of ouder beslist om uit het leven te stappen?

Cijfers over zelfdoding

Misschien eerst wat cijfers*. De meeste zelfdodingen vallen in de categorie 45-64 jaar. Zelfdoding vormt 1/3 van de doodsoorzaken bij jongeren tussen 15 en 24. 12% van de Vlamingen neemt antidepressiva en er gaan 1 miljoen angstremmende pillen per dag over de toonbank. 25% van de mensen tussen 18 en 29 jaar hebben de afgelopen maanden zelfmoordgedachten gehad. Tussen 2018 en 2022 telde de zelfmoordlijn een verdubbeling van het aantal oproepen. En dus ook: tussen 2000 en 2020 daalden de zelfmoordcijfers met 20%. En dat is tussen al het slechte nieuws toch een belangrijk lichtpunt. “We hebben in België de hoogste cijfers, maar ze dalen wel”, legt Lore uit. “Gezondheidseconomen hadden dat ook voorspeld op basis van het tweede Vlaamse actieplan. Nu werken we aan een derde actieplan 2030 en de doelstelling is om de cijfers tegen dan nog eens met 10% te laten dalen. Maar misschien nog 1 ander cijfer. Elke dag doen 25 mensen een poging en sterven 3 Vlamingen ook effectief door zelfdoding. Onderzoek van Cerel uit 2019 toont aan dat per overlijden ongeveer 135 mensen daar een zware impact van ondervinden”, voegt Lore er nog aan toe. Een snelle rekensom leert ons dat het al gauw om 147.825 mensen per jaar gaat. Dat is veel, maar niet iedereen gaat daarom door een zwaar rouwproces. “Gemiddeld zijn dat er een 25-tal. Veel mensen identificeren zich dan ook niet als ‘nabestaande’ terwijl ze het wel zijn. Onze organisatie richt zich bewust op de volledige groep. De kans op suïcide bij nabestaanden is immers 8 keer hoger. Niet omwille van een genetische factor, maar wel door wat ze ervaren hebben. Kijk, mensen zoeken doorheen hun leven constant naar manieren om met de problemen die op hun pad komen om te gaan. Nabestaanden hebben gezien hoe ‘zelfdoding’ blijkbaar voor hun naaste een mogelijke oplossing vormde en zo wordt die mogelijkheid ook voor hen reëler. Politieagenten of brandweerlieden zijn bijvoorbeeld ook een belangrijke risicogroep omdat ze er gewoon vaak mee in contact komen. Naast alle andere initiatieven is zorg voor de nabestaanden en uiteraard ook voor mensen die al een poging ondernomen hebben, dan ook erg belangrijk. Want het is een beetje zoals bij een tattoo: de eerste keer is de drempel naar zo’n definitieve daad het grootst.”

Debbie: “Weet gewoon dat het ook jaren later relevant blijft om eens te vragen hoe het ondertussen loopt. Je zal merken dat nabestaanden daar heel dankbaar voor zijn”

Als organisatie zetten jullie sterk in op preventie. Maar welke initiatieven of acties hebben echt een effect op het aantal zelfdodingen?
Lore: “Er zijn grosso modo 3 soorten. Vooreerst is er de universele preventie zoals taboedoorbreking en andere vormen van sensibilisering. Ten tweede is er de selectieve preventie. Daaronder valt het ondersteunen van mensen met of met een grote kans op het ontwikkelen van zelfmoordgedachten, zoals nabestaanden. Tot slot is er de geïndiceerde preventie in de vorm van therapie en hulpverlening, voor mensen die effectief suïcidaal zijn beter te maken. Onze Werkgroep Verder zet vooral in op het tweede luik. Maar pas op: preventie is geen doel op zich, wel postventie of nazorg, er zijn voor zij die iemand verloren hebben. Dat doen we via psycho-educatie, verschillende boeken die ik heb uitgegeven, campagnes, sensibilisering, lotgenotencontact, online afgesloten Facebookgroepen waar mensen samen kunnen rouwen, fysieke praatgroepen en ontmoetingsdagen met lezingen, herdenkingsrituelen, workshops, wandelingen, getuigenissen. Zorgen voor nabestaanden is echter ook een vorm van preventie omdat het de kans verkleint dat zij dezelfde daad stellen.”

Debbie: “Wat echt helpt, is praten. Soms heb ik het moeilijk en dan stuur ik een bericht of bel ik even en kan ik weer verder. Daarom zijn lotgenotencontact of de zelfmoordlijn zo helpend. Er zijn veel mensen die het nodig hebben om even te kunnen ventileren. Weten dat er altijd iemand is waarbij je terechtkan, is erg belangrijk. Kijk, emoties en gedachten moeten op een of andere manier gekanaliseerd worden. Is het door erover te praten, door te schilderen of te wandelen: als er maar iets mee gedaan wordt.”

Afrika

Klopt, maar leeft het gevoel niet ook anderen ‘tot last’ te zullen zijn?
Debbie
: “Zeker. In onze maatschappij is er wel een cultuur van cru gezegd ‘zet u erover’ of ‘het is nu voorbij’. Zo werkt het dus niet. Het wordt beter, maar het is nooit voorbij. Maar je kan er wel mee leren leven. Mensen zijn sterk. Weet gewoon dat het ook jaren later relevant blijft om eens te vragen hoe het ondertussen loopt. Je zal merken dat nabestaanden daar heel dankbaar voor zijn.”
Lore: “Zeg niet ‘bel maar als er iets is’. Ga gewoon aan die deur staan en neem iets te eten mee, liefst warm eten (lacht). Neem initiatief en engageer je om er zelf naar te vragen. Durf jij die stap zetten? Ook jaren later nog of op bepaalde data? Pas op, de bedoeling is niet dat je de zorgen mee helpt dragen of de hulpverlener uithangt. En geef gerust ook je grenzen aan. Waar het om draait is dat je toont dat je er bent. Dat de ander er niet alleen voor staat.”

Als praten zo belangrijk is, moeten we dat dan als kind niet actiever leren? Welke rol zie je hier voor de scholen?
Lore
: “In elke school zouden 3 dingen zeker aangeleerd moeten worden: emotieherkenning, emotie-uiting en het kennen van hulpbronnen. Bij kleuters gebeurt dat wel. Ze leren bijvoorbeeld om bang, boos, blij en bedroefd te herkennen, maar ik vind het gek dat daar in de latere schooltijd en zeker in de pubertijd niet meer aandacht aan besteed wordt. Pas op: de jongere generatie ouders grijpt wel sneller in als ze merken dat er iets ernstigs aan de hand is met hun kind. Met je kind naar een psycholoog: dat bestond vroeger niet. Maar naast ‘leren spreken’ is ‘leren luisteren’ ook een ding. Echt onbevooroordeeld luisteren zonder tips, adviezen, vooroordelen, ‘het komt wel goed’-dooddoeners of ‘de kindjes in Afrika hebben het nog moeilijker’-opmerkingen: ook dat is een leerschool. Maar kijk, mentale problemen worden stilaan meer bespreekbaar en dat stemt mij hoopvol, al is er nog een weg te gaan. Vooral mannen tussen 50 en 70 zijn erg gesloten en daar zien we niet toevallig ook de meeste zelfdodingen.”

Debbie: “Mijn dochter heeft dit jaar in de godsdienstles de video met mijn getuigenis laten afspelen. Blijkbaar is ze dus wel heel trots. Ze gebruikt die kleine kansen om het onderwerp binnen te brengen in de klas. Voor haar is het wellicht een manier om zich te uiten. Maar ondertussen doorbreekt ze mee het taboe. Weet je: lang geleden bij mijn eerste consultatie bij de psychiater, stond er ‘zielenknijper’ op het bordje naast de deur. Om maar te zeggen …”

Lore: “Zeg niet ‘bel maar als er iets is’. Ga gewoon aan die deur staan en neem iets te eten mee”

Emmer

Men zegt dat rouw na zelfdoding het moeilijkste proces is van allemaal. Waarom eigenlijk?
Lore
: “Het model van Jordan & MacIntosh legt dat heel goed uit. Onverwachte overlijdens zijn moeilijker dan verwachte omdat je geen afscheid kan nemen. Een gewelddadig traumatisch karakter zoals een verkeersongeluk of een moord, maakt het nog moeilijker. Doet iemand het bij zichzelf dan ontbreekt ook nog eens het antwoord op de ‘waarom’-vraag. Een dergelijk rouwproces duurt daarom levenslang. Concentratieproblemen, angstklachten, slaapproblemen, depressieve klachten, fysieke klachten: globaal gezien is dat alles blijvend. De intensiteit daalt en er zijn golven, maar de problematieken op zich verdwijnen niet.”
Debbie: “Klopt. Mijn dochter was 4 toen haar papa overleed, nu is ze 13, te midden de puberteit en ik merk dat dit een moeilijke periode is voor haar en dus ook voor mij. Het deed wel deugd om te horen van mijn schoonouders ‘je gaat jezelf daar toch ook niet de schuld van geven, hé’. Je moet weten, mijn schoonouders waren naar mij toe heel negatief na het overlijden. Ze kanaliseerden al hun boosheid op mij en zagen mij als de schuldige. Maar ze hebben er een evolutie in doorgemaakt. Ik denk dat ze stilaan beseffen dat er veel meer factoren meegespeeld hebben bij hun zoon en dat alles al begonnen was, lang voor ik met hem samen was. Het zijn 80-plussers, hun kleinkind wordt groter, ze zien dat ik mijn best doe als mama: willen ze dan met dat negatieve gevoel sterven? Die boodschap wil ik wel doorgeven: elk maakt zijn eigen rouwproces door en soms is er tijd nodig om tot elkaar te komen.”

Is dat dan wat je noemt de posttraumatische groei als lichtpunt …
Lore: “Inderdaad. Een rouwproces kan ook groei betekenen voor mensen. Hoe erg de ervaring ook was, mensen vinden er toch een zingeving en betekenis in door er bijvoorbeeld over te gaan spreken, hun ervaringen te delen, lotgenoten te ontmoeten, nieuwe verbindingen aan te gaan met mensen om hen heen. Belangrijk om die stap te kunnen zetten is dat er zicht is op de waarom-vraag. Dat is in een rouwproces na zelfdoding een heel belangrijke oefening.”
Waarom …?
Lore: “Als maatschappij zijn we het gewoon om 1 bepaalde oorzaak te zoeken die alles verklaart of 1 bepaalde schuldige waar we al onze emoties op projecteren. Maar tijdens een rouwproces proberen we samen te zoeken naar de volledige puzzel in plaats van naar 1 puzzelstukje te staren. Soms zijn oorzaken al in iemands jeugd te vinden of zijn er zaken waar de partner of de kinderen geen weet van hadden. De puzzel zal nooit volledig zijn, maar door een breder beeld te krijgen, wordt ‘de grote waarom-vraag’ diepgaander beantwoord en kan je ook een reconstructie maken van de gedachtegang van de overledene. Dan wordt ‘die ene ruzie’ een druppel in het proces, die misschien ook effectief de laatste druppel was, maar wel niet de hele emmer vulde. We weten ook: hoe beter die oefening, hoe sterker de rouwklachten afnemen.”
Debbie: “Na het overlijden van mijn man heb ik ontdekt hoe weinig ik eigenlijk wist over hem. Hij had echt nog een verborgen leven dat hij met zich meedroeg. Toen ik dat stilaan in kaart kreeg, begon ik beter te snappen hoe hij tot die daad is overgegaan en werden mijn aandeel en mijn eigen schuldgevoel daarin kleiner.”

Debbie: “‘Mevrouw, het is niet uw schuld.’ Ik herinner me nog heel goed dat de politieagent die bij mij was, dat maar bleef herhalen”

Als dit zo’n bijzonder rouwproces is, dan moet er wellicht ook op een andere manier omgegaan worden met nabestaanden …
Lore
: “Zeker. Heel zeker zelfs. Er wordt wel eens een vergelijking gemaakt tussen euthanasie en zelfdoding. Kijk, euthanasie is een rationele keuze. Zelfdoding een emotionele, omdat mensen alle andere mogelijke paden gewoon niet meer zien. Euthanasie gebeurt ook in overleg en er kan, soms op een heel mooie manier, afscheid genomen worden. Bij zelfdoding is dat net een aspect dat ontbreekt en dat het zo moeilijk maakt. Algemene rouwteksten kunnen dan ook heel contraproductief werken. Neem nu de zin ‘hij of zij is nu vrij van alle lijden en pijn’. Wat in die zin gebeurt, is zeggen dat die zelfdoding eigenlijk wél een oplossing was. En precies dat stimuleert nabestaanden om zelfdoding sneller te zien als een mogelijke oplossing voor hun eigen problemen. Dat is net wat we niet willen. Wij zetten daarom ook heel sterk in bij politie, hulpverleners en online op het bieden van de juiste informatie en teksten specifiek voor nabestaanden van zelfdoding zodat ze de juiste woorden te horen of te lezen krijgen in hun rouwproces.”
Debbie: “‘Mevrouw, het is niet uw schuld. Mevrouw het is niet uw schuld.’ Ik herinner me nog heel goed dat de politieagent die bij mij was, dat maar bleef herhalen. Op een heel serene manier. En dat is altijd blijven nazinderen. Nu, zoveel jaren later, weet ik dat het niet mijn schuld was en die woorden hebben mij daarin geholpen.”

Hoe moeilijk is het eigenlijk voor mensen die samenwonen met iemand die een poging deed?
Lore
: “Heel moeilijk. Machteloosheid, verdriet, kwaadheid, constante stress: alle emoties passeren bij die mensen. 10% ervaart dan ook een soort ‘opluchting’ als hun dierbare uiteindelijk bij een latere poging toch komt te overlijden. Helemaal niet omdat de persoon er niet meer is, maar wel puur biologisch omdat de angst en de stress dat de persoon zóu overlijden wegvallen. En dat is een heel moeilijke emotie om toe te laten.”

Arbeidsmarkt na zelfdoding

Welke ondersteuning heb je gemist, die eerste dag?
Debbie
: “Iemand van het CAW misschien? Met hen had ik pas een aantal dagen later een afspraak, maar die eerste momenten kwam er zoveel op me af. Ik moest bijvoorbeeld mijn dochter afhalen van school en het haar vertellen, maar hoe? Zij was toen 4. En moest ik haar nu wel of niet het hele verhaal doen? En moest zij nu wel of niet naar het funerarium gaan om haar papa nog te zien? De ene zei ‘ja sowieso, want …’, de ander ‘nee zeker niet, want …’. Dat zijn moeilijke en dringende beslissingen waar ik alleen voor stond. Maar goed. Gelukkig wás mijn dochter er, anders was het letterlijk en figuurlijk wel heel stil geworden thuis. Het is hard, maar het leven gaat door.”
En het werk ook. Voor een overlijden van kind of partner voorziet de overheid slechts 10 verlofdagen …
Debbie
: “Ik vind dat dubbel. Na een week ben ik zelf terug aan het werk gegaan. ‘Debbie, we hebben u nodig’, zeiden ze en hoewel dat misschien raar klinkt, deed mij dat deugd. Het gevoel ‘nodig te zijn’, is een waardevolle emotie en bovendien gaf het ook structuur aan mijn dag en aan het leven van mijn dochter. Mijn collega’s gaven ook aan dat ik mijn tijd kon nemen, kon bepalen wat wel of niet lukte en naar huis kon als het even niet ging. Nee, maandenlang thuiszitten: daar zou ik niet gelukkiger van geworden zijn. Ik geloof dat het hebben van een job enerzijds en mentale problemen anderzijds wel samen kunnen gaan. Het is een illusie dat je mentale problemen eerst volledig voorbij moeten zijn voor je weer aan de slag kan. Dan zou ik allicht nog heel moeilijk op de arbeidsmarkt geraken.”
Lore: “Soms is het wel nodig om een paar maanden thuis te zijn en lukt het gewoon niet. Het is dus afhankelijk van situatie tot situatie. Elk rouwproces is uniek, maar de structuur, de afleiding, het engagement, de sociale contacten, de betekenis: dat alles kan er inderdaad ook voor zorgen dat je je zinvol voelt en kan perspectief bieden.”

Lore: “Een rouwproces kan ook groei betekenen voor mensen. Hoe erg de ervaring ook was, mensen vinden er toch een zingeving en betekenis in door er bijvoorbeeld over te gaan spreken, hun ervaringen te delen, lotgenoten te ontmoeten …”

Please

Wat doe je best als je in je omgeving iemand kent die niet goed in zijn of haar vel zit, kampt met een burn-out of depressie en waarvan je je afvraagt of er zelfmoordgedachten meespelen?
Lore: “‘En denk je dan aan zelfmoord?’ is de vraag die je dan kan stellen. Gewoon op de man af zonder veel omwegen. Veel mensen hebben schrik van het antwoord en ik begrijp dat, maar toch is het beter om de vraag duidelijk te stellen. Als ik dat zelf moet vragen, is dat ook met knikkende knieën en denk ik ook ‘please, antwoord nee’. Maar de ruimte creëren om er open over te kunnen zijn, kan wel iemands leven redden.”
Debbie: “Het is een moeilijk thema, hé. De dood van mijn man komt nog altijd niet ter sprake in gesprekken met mijn ouders. Daar wordt over gezwegen. Op de verjaardag van mijn man vragen zij nooit ‘hoe gaat het?’. Ze weten dat ik ermee bezig ben en mij ook engageer om er getuigenissen over te geven, maar zelf houden ze het liever stil. In het begin gaf mij dat echt het gevoel dat ik er alleen voor stond, maar nu wil ik gewoon heel graag verder. En ik respecteer hun keuze.”
En wat als de persoon ‘ja’ zegt?
Lore
: “Dan is de tweede vraag: ‘En hoe concreet is het?’ Heeft de persoon al dingen opgezocht, zijn het vage gedachten of is er een plan of zijn er al pogingen geweest. Op die manier kan je de gradatie inschatten. Pas op: meestal zijn mensen voorzichtig in hun uitspraken. Als iemand al een plan heeft, zal die dat vaak niet toegeven uit angst dat hij of zij tegengehouden zal worden. Maar in theorie is iedereen te helpen tot op het laatste moment.”
Debbie: “Anderzijds moeten we beseffen dat we niet iedereen zullen kunnen redden. Zero suïcide: dat zal nooit lukken. Sommige mensen aanvaarden de hulp niet of willen hoegenaamd niet praten. En toch. Soms zorgt het stellen van de vraag ervoor dat mensen abrupt met zichzelf geconfronteerd worden. Damn, nu de vraag mij gesteld wordt, besef ik dat een deel van mij echt wel wil leven.”





HEB JIJ VRAGEN OVER ZELFDODING? BEL 1813
Bij de Zelfmoordlijn1813 staat er iemand voor je klaar. Elk gesprek is anoniem en gratis.

WIE IS LORE VONCK?

• Lore Vonck werkt als coördinator van Werkgroep Verder na Zelfdoding en als traumatisch rouwtherapeut met een eigen praktijk. Ze is ook auteur van verschillende rouwboeken.
• Werkgroep Verder valt onder het Vlaamse departement preventie van Zorg en Gezondheid.
• Lore is getrouwd met Stijn en woont samen met hem en hun hond Mr. Mojo Risin’ in Geraardsbergen.
• Als ze het stil wil maken, vertrekt ze voor een wandeling in de natuur, leest of schrijft ze of zoekt ze naar onbekende, desolate plekken.

WIE IS DEBBIE STEELS?

• Debbie Steels werkt als planner bij Familiehulp regio Waas en Dender.
• Ze heeft 1 dochter Emma (13) en een poes ‘de Rosse’ (12), die de boezemvriend was van haar overleden man.
• Ze raakt ontspannen van lezen, schrijven en schilderen.
• Haar levensmotto is: Hoe uitzichtloos je situatie ook lijkt, hou moed, heb hoop en geduld. Er is altijd een
‘vonkje’ dat het levensvuur weer doet aanwakkeren!

Geef een antwoord

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.