“Je mag het gerust eens oneens zijn met Jezus”

ANN VERSCUREN

Redactie: Nikkie Steyaert, fotografie: Károly Effenberger

HECHT VEEL WAARDE AAN verhalen. “Ik hou van wezenlijkheid, iets waar diepgang in zit. Mensen delen met mij hun herinneringen en laten in hun hart en hoofd kijken. Dat vertrouwen is heel mooi. Ook in Bijbelverhalen vind ik dat ‘essentiële’: ze gaan altijd ergens over, je moet het gewoon willen zien en begrijpen. Ik gebruik soms het Emmaüsverhaal wanneer ik spreek over rouw. De apostelen herkennen Jezus niet, terwijl hij vlak naast hen loopt. Ook wij dragen onze overledenen  met ons mee, zonder dat we hen zien. Maar we herkennen ze wel in het breken van het brood, in die kleine dingen die hen typeren: een uitspraak, hun lievelingseten, een plaats waar ze graag kwamen…  Op die manier moeten we hen niet loslaten, maar leren we hen anders vasthouden.”

BEWEERT DAT een verschil in betekenis soms leidt tot conflicten. “Wij bekijken de dingen vaak te zwart-wit met te veel nadruk op de naakte feiten en te weinig oog voor wat erachter schuilt. Neem nu het hele hoofddoekendebat. Voor moslimvrouwen is het haar heilig en heel intiem. Hen verplichten hun hoofddoek af te nemen is in dat opzicht dus hetzelfde als mij vragen om topless over straat te lopen. Dat lijkt compleet verschillend, maar dat is enkel omdat wij er een andere betekenis aan geven.”

LIGT WAKKER VAN haar rol als rouwbegeleider. “Veel mensen denken dat het verdriet van de mensen en dat kunnen loslaten na de werkuren, het zware gedeelte is van mijn job. Ik ervaar dat echter niet op die manier. Integendeel, twee uur lang luisteren naar oppervlakkige gesprekken vind ik veel vermoeiender. Het is de vraag of ik het wel goed doe, die mij bezighoudt. Er bestaat geen kant-en-klaar handboek voor omgaan met rouw en veel gebeurt intuïtief, dat maakt mij soms onzeker. Maar je mag de rol van begeleider ook niet overschatten. Ik kan niet rouwen in iemands plaats, dat moeten ze zelf doen. Het is een levenslang proces van pendelen tussen stilstaan bij het verlies en verder gaan met het leven.”

IS ER ZEKER VAN DAT de sterkte van een lotgenotengroep ligt in herkenning en erkenning. “Wanneer je iemand verliest, lijkt het alsof je hele wereld stilstaat. Rondom jou loopt alles echter gewoon door. Na een tijdje vraagt je omgeving vaak niet meer hoe het met je gaat of hoe je je voelt. In een lotgenotengroep heb je dan wel nog ruimte om je hart te luchten. Je voelt je er veilig en begrepen, omdat iedereen door iets gelijkaardigs gaat. Er is vaak opluchting dat de lotgenoten situaties herkennen. ‘Het is niet gek dat ik zijn stem nog wil horen op de gsm, jij hebt dat ook…’”

IS ER VAN OVERTUIGD DAT Pasen altijd om de hoek schuilt. “In het psychiatrisch ziekenhuis kom ik soms patiënten tegen die geen einde zien aan hun pijn en lijden. Ze hebben alle hoop verloren, er is enkel nog de leegte van Goede Vrijdag. Ook mensen in rouw kunnen datzelfde gevoel ervaren. Ik wil naast die leegte ook de sprankeltjes hoop en leven blijven zoeken, samen met hen. Ik zal blijven  geloven in een beetje Pasen.”

HEEFT EEN MENING OVER armoede. “Ik vind het schrijnend dat er in België nog steeds mensen zijn die niet rondkomen of op straat leven. Natuurlijk geef ik ook veel om onderwijs, milieu en het klimaat, maar ik geloof dat die er vanzelf op vooruitgaan als we inzetten op armoede. Mensen gaan er vaak van uit dat armen niet om het klimaat geven, maar zij hebben gewoon niet de middelen om bewust met het milieu om te gaan. De goedkoopste optie is in veel gevallen niet de meest milieuvriendelijke.”

PLEIT ERVOOR Jezus een plaats te (blijven) geven binnen het onderwijs. “In veel katholieke scholen zitten er verschillende andersgelovigen, maar daarom moeten we Jezus en de Bijbel niet angstvallig uit de weg gaan. Andere religies moeten op hun beurt aan bod komen in de godsdienstles. Het gaat om leren over en respect hebben voor elkaars overtuiging, niet over bekeren.  Je mag het ook gerust eens oneens zijn met Jezus. Hij is niet onaantastbaar en dat maakt de relatie met hem menselijk. Als je die bewegingsruimte niet toelaat, krijg je rigide denkpatronen. We moeten onze geest open houden.”

DROOMT VAN een tragere samenleving. “We leven aan een zeer hoog tempo. Er is zoveel dat moet, zelfs in onze ‘vrije tijd’. In veel jobs moet men ook steeds meer doen, met steeds minder mensen. We leggen veel druk op onszelf en de burn-out schuilt om de hoek. Voorkomen is beter dan genezen, we zouden allemaal wat gas terug moeten nemen. Misschien krijgen we dan ook vanzelf meer zin in vrijwilligerswerk en een praatje met de buren. Dit idee leeft al bij sommige mensen, maar er is nog veel ruimte voor groei.”

Wie is Ann Verscuren?

 

  • Ann werkt als pastor in het psychiatrisch ziekenhuis Asster in Sint-Truiden en begeleidt daarnaast al 8 jaar rouwgroepen aan de Universitaire Parochie van KU Leuven.
  • Samen met haar man Hans woont ze in Kessel-Lo waar ze graag samen op de tandem rondfietsen en klaprozen spotten.
  • Ze houdt van rituelen en symbolen, de zee en klein geluk.

 

 

Geef een antwoord

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.