Jonas Slaats

Noem mij geen kluizenaar

 

Redactie: Annelies A.A. Vanbelle, fotografie: Károly Effenberger

 

Noemt zichzelf geen kluizenaar, maar een kluisbewaarder. “Sinds 1673 leefden hier onafgebroken kluizenaars. Het waren vooral leken die wat contemplatiever wilden leven, geen geestelijken. Ze leefden ook zelden alleen. Samen met mijn vrouw probeer ik de traditie verder te zetten, maar dan veeleer als kluisbewaarder. Noem mij geen kluizenaar. Die term schept bepaalde verwachtingen waar ik niet aan voldoe. Naast het halftijds contemplatieve leven hier – ik probeer dagelijks te bidden en te mediteren – werk ik bij Kif Kif, een vereniging die zich inzet voor gelijkheid en tegen racisme. Mijn vrouw is palliatief thuisverpleegster. We staan dus ook met beide voeten in het leven. Daarnaast proberen we de kapel zo goed mogelijk te onderhouden en te bewaren in al haar heiligheid.”

Is ervan overtuigd dat verstilling ons allen ten goede komt. “Je zou natuurlijk iedereen kunnen aanzetten tot mediteren, maar zo eenvoudig is dat niet. De een komt tot rust door stilzitten, gebed of ademhaling, de ander heeft meer nood aan fysieke zaken zoals dansen of yoga. Het is een spectrum waaruit je moet pikken wat jou past. Vertragen en verstillen heb ook ik moeten leren. Ik zag de kluis als een unieke plek om allerlei cursussen te geven. Maar dat vloekte met de energie die hier hangt, het zou iets zijn wat opgedrongen wordt. Op een bepaald moment begreep ik wat hier nodig was: vooral de stilte in ere houden voor zij die hier op bezoek komen. Uiteindelijk deed de plek veel meer met mij dan ik met deze plek doe. In de woorden van mijn vrouw: stilte creëer je niet, dat hoopt zich op. En hier is de concentratie van die stille energie na al die eeuwen heel hoog.”

Ziet bidden als proeven van het goddelijke. “Mediteren gaat voor mij vooraf aan bidden. Inzakken in jezelf, je geest vrijmaken, de leegte opzoeken. Daarna kan het bidden beginnen, wat voor mij gelijkstaat aan de leegte opnieuw vullen. Ik voel het goddelijke in me en rondom me, laat het opwellen en gebruik het als een spiegel. Wat leer ik als ik mijn ego, met alle kleine en grote fouten, aftoets aan die ultieme liefde en barmhartigheid? Als ik dan bedenk hoever ik daarvan af sta, word ik heel nederig.”

Schrijft zichzelf in in de christelijke traditie. “Ik zie het zo: het christendom is mijn moedertaal, en daarnaast heb ik uit interesse nog een aantal andere talen geleerd, zoals verschillende oosterse religies. Ik ben een religieuze polyglot. In mijn recente boek probeer ik een aantal vastgeroeste mythes over religies te weerleggen. Neen, het zijn geen hiërarchische structuren waarbinnen de volgelingen strenge regels krijgen opgelegd. In 90% van de gevallen is dat helemaal niet zo. Religies zijn voor mij de talen waarin we spreken over ‘datgene wat ertoe doet in het leven’. Ze bestaan uit een geheel van symbolen, rituelen, gebruiken en gewoontes, met veel meer ruimte voor eigen invulling dan we doorgaans aannemen.”

“‘Je moet leven in het nu’, is een gratuite uitspraak voor zij die in permanente hongersnood of onder oorlogsdreiging leven”

Pleit voor spiritueel realisme. “Mensen die bezig zijn met spiritualiteit focussen vaak vooral op hun persoonlijke ontwikkeling. Ze volgen de ene cursus na de andere en denken zelfgenoegzaam dat ze zo steeds een trapje hoger komen bij de gelukzaligheid. Dat noem ik spiritueel consumentisme. Een echte godservaring betekent voor mij dat je je werkelijk inzet voor de samenleving en de wereld op jouw manier beter probeert te maken. Bepaalde spirituele ervaringen zijn ook makkelijker gezegd dan gedaan en zijn vaak weggelegd voor zij die het al behoorlijk goed hebben in het leven. ‘Je moet leven in het nu’, is een gratuite uitspraak voor zij die in permanente hongersnood of onder oorlogsdreiging leven. Voor hen is het ‘nu’ een hel. Daarom praat ik liever over het goddelijke, omdat dat veel meer behelst: het verleden, heden en de toekomst, alle spanningen en tegenstellingen, de beweging daartussen die voor noodzakelijke evolutie zorgt.”

Heeft veel bewondering voor politieke leiders als Martin Luther King en Mahatma Gandhi. “Omdat zij op een spirituele manier aan politiek deden. Jazeker, King en Gandhi baden en mediteerden ook, maar dat weerhield hen niet om in de hele hectiek van de moderne wereld hun stempel te drukken. Ze slaagden erin om mensen vanuit soul power, hun goddelijke waardigheid terug te geven. De connectie tussen het mystieke en het politieke is vandaag volledig zoek. Waar zijn de verbondenheid, het handelen uit liefde, de werkelijke begeestering, het mededogen voor al wie in de miserie zit? Maar ook hier hebben we de keuze: we kunnen immers kiezen voor leiders die dat charisma wel uitdragen. Of nog beter: we kunnen ons zelf op die manier politiek engageren.”

Wie is Jonas Slaats? 


• Jonas Slaats (40) woont met zijn vrouw in de kluis op de Bolderberg in Heusden-Zolder.
• Hij is schrijver, sociaal activist en medewerker bij de interculturele vereniging Kif Kif.
• Hij schreef recent het boek ‘Religie herzien. Voorbij het wij-zij-denken van seculier versus religieus’.

 

 

 

Geef een antwoord

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.