Traumaslachtoffers

lijken mensen zoals jij en ik

Nick (patiënt), Ellen, Elien en Yasmine (hulpverleners) over verbinding, stil-staan bij wat is gebeurd en engagement om te helpen en geholpen te worden

Redactie: Mattias Devriendt, fotografie: Veerle Frissen

Dit gesprek gaat over trauma’s. Trauma’s zoals geweld en verwaarlozing, maar ook seksueel misbruik, één van de pijnlijkste onderwerpen die we ons kunnen inbeelden. Het is duidelijk: misbruik kan absoluut niet, de zware straffen zijn 100% terecht en de gevolgen voor de slachtoffers gigantisch. Maar toch willen we deze daders niet stilzwijgen. Hoe komen zij ooit weer tot verbinding met anderen? Wie draagt zorg voor de slachtoffers bij de verwerking van hun trauma? En wie engageert zich om herval van de dader tegen te gaan zodat dit in de toekomst nooit meer gebeurt? “De pleger mag vragen wat hij wil, maar het perspectief van het kind gaat altijd voor.”

Ons plan was om een slachtoffer, een dader en een hulpverlener te spreken, maar al snel hadden we door dat dat niet zo simpel zou zijn. “Alleen al spreken over een trauma, kan een invloed hebben op de behandeling van een slachtoffer”, maakt Yasmine ons duidelijk aan de telefoon. Samen met haar collega Elien werkt ze in psychiatrisch centrum Multiversum in Boechout op een afdeling voor mensen met een persoonlijkheidsproblematiek. “Trauma is niets iets waar je snel wat vraagjes over beantwoordt. Zoiets moet goed voorbereid worden. Waar wil je het over hebben en waarom? En waarover liever niet? We willen onze aanpak intact houden en het traject afleggen zoals we het gewoonlijk doen. Het zou spijtig zijn als een goedbedoeld interview de weg die we gaan met een cliënt, bemoeilijkt.”

Ellen: Wij noemen onze cliënten hier geen daders. Ze hebben verschrikkelijke daden gepleegd en kregen daarvoor terecht forse straffen, maar tijdens de behandeling kijken we naar de mens achter dat gedrag. Naar de jeugd, emoties en trauma’s

We wisten op voorhand dat we ons met dit thema op maatschappelijk erg gevoelig terrein bevinden en dus begrijpen en respecteren we het voorbehoud. Met Elien en Yasmine spreken we apart af en leggen hen 7 vragen voor over hechting en opvoeding (zie p. 49-51). Toch willen we het niet loslaten. We bellen naar Fides, een afdeling voor mensen die seksuele feiten pleegden in Psychiatrisch centrum Sint-Amandus in Beernem. “Ik doe mijn best om een cliënt te vinden die bereid is om te getuigen”, horen we aan de telefoon van therapeute Ellen. “Maar weet wel dat wij onze cliënten hier geen daders noemen. Ze hebben verschrikkelijke daden gepleegd en kregen daarvoor terecht forse straffen, maar tijdens de behandeling kijken we naar de mens achter dat gedrag. Naar de jeugd, emoties en trauma’s. Daarmee gaan we aan de slag om het gedrag te veranderen.”

Een paar dagen later zit Ellen voor ons samen met Nick, een dertiger met een bril en kort haar. Hij werd in 2016 veroordeeld voor seksueel misbruik, oogt een beetje zenuwachtig en misschien zijn we dat zelf ook wel. Of het de eerste keer is dat hij hierover vertelt? “Neen, al heeft het heel lang geduurd voor ik daartoe kwam. Het moeilijkste in mijn therapie was om kwetsbare zaken te delen met anderen. Om die levenslange ingebakken angst te overwinnen. Ik heb nooit geleerd om vertrouwen te geven aan anderen, trauma’s te bespreken en verbinding aan te gaan met mensen rondom mij. Ik ben namelijk opgegroeid in een gezin waar er geen sprake was van zorg, warmte of troost. Mijn seksualiteit is in die periode compleet misvormd geraakt door misbruik dat op mij is gepleegd. Spijtig genoeg heb ik bij gebrek aan andere vormen van geborgenheid in dat misbruik wel wat aandacht en affectie gevoeld. Dat misbruik heb ik dus als iets positiefs ingekleurd.”

Dat klinkt heel vreemd…

Ellen: “Veel slachtoffers hebben het negatieve aan bijvoorbeeld seksueel misbruik in hun beleving afgesplitst om te kunnen overleven. Daders denken daardoor later dat het misbruik ook voor het kind iets positiefs kan zijn omdat ze het zelf zo hebben onthouden. Het probleem bij grensoverschrijdend gedrag is dat de dader niet stilstaat bij de emoties van het slachtoffer. In onze therapie doorbreken we die blokkade en krijgen de daders voeling met de eigen pijn die ze verdrongen hebben. Ze leren stil te staan bij hun eigen beleving in diezelfde situatie.”

Nick: “Seksualiteit was voor mij altijd de enige veilige, geborgen uitweg voor mijn problemen. Precies zoals iemand zijn toevlucht zoekt tot drank of drugs, zocht ik het in seksualiteit om mijn emoties te verdoven. Het werd een verslavingspatroon, iets waar ik mijn hele leven mee zal blijven worstelen. Ik leerde nooit om te praten, te schrijven of iemand een knuffel te vragen als ik moeilijkheden ervaarde. Naarmate ik ouder werd, werd het beeld van een volwassen vrouw te bedreigend en dus verving ik dat door iemand jonger, waardoor ik me minder kwetsbaar voelde. Het heeft dus veel te maken met veiligheid, vertrouwen en een compleet foute invulling van wat troost of geborgenheid hoort te zijn.”

Stigma

Begrijp ik het goed dat je niet als ‘pedofiel’ geboren bent, maar een dader bent geworden?

Nick: “Ja. Lange tijd dacht ik dat ik een biologische, aangeboren seksuele voorkeursstoornis had waardoor ik me tot volwassenen, maar ook tot kinderen aangetrokken voelde. Stelselmatig hebben we tijdens de voorbije twee jaar ontrafeld hoe ik echt tot dat punt gekomen ben.”

Ellen: “Klopt. Ik werk hier meer dan 20 jaar en ik heb heel weinig cliënten gehad bij wie de aantrekking tot kinderen een zuivere aangeboren geaardheid is. Ik ga ervanuit dat dat enkel het geval is bij mensen die ongeacht hun opvoedingssituatie sowieso tot dat gedrag zouden zijn overgegaan. Dat is een kleine minderheid. De overgrote meerderheid heeft zelf een traumatische jeugd gehad met alle gevolgen van dien. Als iemand geen kansen heeft gehad op een normale ontwikkeling, is het dan correct om die persoon enkel en alleen vast te pinnen met het woord pedofiel? We kunnen seksueel misbruik op geen enkele manier goedkeuren of het nu op kinderen of op volwassenen is, maar anderzijds blijkt het vaak een poging om het eigen misbruik te verwerken. Ze spelen het letterlijk na, maar in plaats van met poppen of in hun hoofd, in het echt.”

Als het niet aangeboren is, dan zou je ervan moeten kunnen genezen…

Ellen: “We moeten daar realistisch in zijn. We zijn zeker dat mensen een veranderingsgedrag kunnen doormaken en er vanaf kunnen geraken, maar zoals bij elke verslaving calculeren we altijd in dat er een risico is op herval. Dat risico proberen we tot nul te herleiden, maar alles hangt natuurlijk af van de dader en voor een stukje ook van hoe de re-integratie verloopt. Het stigma dat aan hen kleeft, versterkt de kans op uitsluiting en vereenzaming en werkt herval in de hand. Zo kunnen mensen in een vicieuze cirkel belanden.”

Tv

Ben je bang voor het idee dat je je trauma nooit helemaal een plaats zal kunnen geven en jezelf dus nooit volledig onder controle zal krijgen?

Nick: “Statistisch gezien zijn er mensen die hervallen. Daar hou ik rekening mee. Je zal mij niet horen zeggen dat ik er vrij van ben, maar ik wil er wel alles aan doen. Het is niet simpel om te beseffen dat er iets in mij zit dat door omstandigheden die neiging heeft. En het is nog moeilijker om mezelf graag te zien en te geloven in mezelf. Om mezelf met dat inzicht bestaansrecht te geven in de maatschappij.”

Het is ook niet makkelijk voor de maatschappij om jou een plek te gunnen. Toch? Niemand wil dat zijn kind dit meemaakt…

Nick: “Heel zeker. Elk risico moet dan ook vermeden worden. Sowieso moet ik bij elke keuze die ik maak, dan ook nadenken of ze conform zijn met mijn justitiële voorwaarden. Sport helpt mij, maar door alle voorwaarden is het niet simpel om een sportclub te vinden waar geen jongeren zijn, waar geen speelplein in de buurt is, waar ik enkel volwassenen ontmoet en zo verder. Het is dus een evenwicht vinden tussen totale risico-inperking en toch kansen geven op bestaansrecht. Ik probeer de mensen rond mij dus zoveel mogelijk in te lichten over mijn situatie. De verantwoordelijkheid ligt volledig bij mezelf, maar dat wil niet zeggen dat ik het allemaal alleen moet doen. Tijdens mijn verblijf hier, zoeken we al naar hoe ik mijn leven hierna kan inrichten. Wat zijn andere uitlaatkleppen? Wie ben ik en wat wil ik doen met mijn leven? Bovendien wil ik me zowel op werk, sport, hobby’s als privé vanaf nu altijd zo organiseren dat er mensen zijn die van mijn situatie op de hoogte zijn, die ik kan vertrouwen en met wie ik op een veilige manier verbinding kan leggen. Onbekenden hierover inlichten, is enorm belangrijk, maar ook best moeilijk. Soms kan het via via of kan
iemand helpen, maar op vlak van werk zal dat bijvoorbeeld echt springen zijn.”

Toch is de maatschappij genadeloos voor daders van seksueel misbruik. Het lijkt soms alsof opsluiting de enige juiste straf is…

Ellen: “Dat begrijp ik. Het zijn dan ook ontoelaatbare feiten, maar tegelijkertijd is het een én én verhaal van straffen en behandelen. Eerst en vooral is het praktisch niet haalbaar om alle daders levenslang op te sluiten, tenzij we een paar gevangenissen bijbouwen. Ten tweede vind ik het geen terecht antwoord als we de levensloop van de dader in acht nemen en zien dat die persoon nooit is behandeld voor het trauma dat hij of zij zelf als kind opliep. Ten derde is het ook niet helpend voor de slachtoffers, want vaak willen zij erkenning en schuldbesef en daar is die intensieve behandeling net voor nodig. Onze cliënten zeggen vaak dat ze hier de verantwoordelijkheid moeten dragen, in plaats van ze te ondergaan in de gevangenis. Daar is het veel makkelijker. Tv kijken, af en toe naar de werkplaats, eten en drinken en alles wordt geregeld. Hier komen ze tot inzicht over wat ze aangericht hebben en voelen ze wat de impact is van wat ze zelf meegemaakt hebben. Ze gaan door hun eigen vroegkinderlijke pijn.”

Eilandjes

Ellen, je pleitte in een opiniestuk voor het installeren van ‘verbindingspersonen’ tussen daders en slachtoffers. Wat is hun rol?

Ellen: “Contact tussen dader en slachtoffer van seksueel misbruik is meestal niet mogelijk. We streven al jaren via ons iris-project voor een verbindingspersoon die zicht heeft op de situatie van de dader én van de slachtoffers. Ook al is er vanuit de slachtoffers geen contact gewenst, toch is het belangrijk dat iemand dat opvolgt. Een kind van 7 dat beslist om zijn vader niet meer te zien, moet echt verder opgevolgd worden. Is er nog iemand die erover praat? Krijgt het kind erkenning? Zit het met een schuldgevoel omdat het gesproken heeft? Kampt het met een angst of een gemis aan contact met de vader? Weet het kind hoe de dader zich voelt? Dat de dader schuldbesef heeft? Is er nood aan psychologische ondersteuning? We hebben al situaties gehad waarin een kind uit schuldgevoel en loyauteit meegaat met zijn moeder naar zijn of haar vader in de gevangenis ‘omdat het al erg genoeg is dat die door zijn of haar schuld opgesloten werd’. Een contactverbod is heel goed, maar er is ook nood aan een verbindingspersoon die de gevolgen van dat contactverbod voor het kind mee opvolgt. Iemand die ervoor zorgt dat er niet behandeld wordt op 2 eilandjes. Pas op, de pleger mag vragen wat hij wil, maar het perspectief van het kind gaat altijd voor.”

Weet jij hoe het gaat met de slachtoffers?

Nick: “Neen. Ik heb enorm veel spijt van wat ik mijn slachtoffers heb aangedaan, inclusief mensen die me heel dierbaar waren en zijn. Ik hoop dat ik ooit nog iets positiefs voor één van hen mag betekenen of tot herstel zal komen in de mate dat dat mogelijk is na mijn ernstige daden. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen om tijdens mijn proces zelf te vertellen bij wie ik grensoverschrijdend gedrag heb gesteld, ook al wist ik dat ik daardoor zwaarder gestraft zou worden. En ik heb beslist om er hier aan te komen werken. Ik weet dat dat niet opweegt tegen het leed dat ik heb berokkend, maar toch hoop ik dat die erkenning iets positief is voor de slachtoffers.”

Hoeveel mensen zijn op dit moment, los van het ziekenhuis, op de hoogte van jouw situatie?

Nick: “11 en dat is blijkbaar vrij veel. Bij de meeste andere cliënten gaat het om enkelingen.”

Nick: Meestal heeft het tijd nodig en schrikken mensen, maar als ze inzicht krijgen in de oorzaken achter mijn gedrag, engageren ze zich toch om mij een tweede kans te geven

Hoe gaan zij daarmee om?

Nick: “Heel verschillend. Iedereen heeft zijn eigen rugzak en zijn eigen kijk en ik ga ook niet met iedereen even diep in op alles. Één constante is wel dat geen enkele van die 11 mensen mij heeft laten vallen. Meestal heeft het tijd nodig en schrikken mensen, maar als ze inzicht krijgen in de oorzaken achter mijn gedrag, engageren ze zich toch om mij een tweede kans te geven. Ik zou het zeker begrijpen als dat oprecht zijn, erkennen wat ik heb gedaan en hopen dat we verbonden kunnen blijven of zelfs een sterkere verbondenheid kunnen ervaren. Vaststellen dat iemand mij niet laat vallen ondanks mijn verhaal, sterkt me om het gesprek te blijven aangaan met anderen.”

Stilte

Mensen die met een trauma kampen, spreken er vaak niet over en vervallen in complete stilte. Herkenbaar?

Nick: “In mijn jeugd was er heel veel aandacht voor het niet goed zijn en dat werd constant bevestigd. Ik stel teleur, ik voldoe niet. Zo ontwikkelde ik een enorm laag zelfbeeld dat mijn hele verhouding met anderen scheef heeft getrokken. Als ik op latere leeftijd in een werksituatie te horen kreeg dat ik een fout maakte of dat iets niet goed liep, veroorzaakte dat een enorme pijn die ik niet kon dragen. In plaats van met zo’n problemen om te gaan, erover te praten, te kijken wat ik beter of anders kon doen of de kritiek in vraag te stellen, kroop ik steevast in mijn schulp, waardoor ik alleen achterbleef met mijn behoefte aan verbondenheid, troost en verbinding, maar waardoor ik ook nooit echt wist wat er in mezelf omging en ik mijn emoties niet toeliet. Ik blokkeerde, drukte die emoties weg en zocht mijn heil in seksualiteit, waardoor het probleem nog groter werd voor mij en spijtig genoeg ook voor anderen.”

Nick: Ik heb een vreedzaam wapen leren kennen om mijn emoties of gevoelens toe te laten, bespreekbaar te maken en om lastige situaties te hanteren. Dat wapen klinkt simpel, maar is heel moeilijk: praten, mensen vertrouwen, verwoorden wat in mij omgaat

Is spreken en contact leggen met anderen de sleutel?

Nick: “Het één op één iemand iets toevertrouwen was al moeilijk, maar dat in groep doen was nog veel moeilijker. Men heeft mij er echt een schop onder mijn gat voor moeten geven. Achteraf gezien zat daar wel de grootste groei. Ik heb een vreedzaam wapen leren kennen om mijn emoties of gevoelens toe te laten, bespreekbaar te maken en om lastige situaties te hanteren. Dat wapen klinkt simpel, maar is heel moeilijk: praten, mensen vertrouwen, verwoorden wat in mij omgaat. Die gigantische uitdaging waar ik nu voor sta, is om dat ook steevast te doen en nooit meer terug te grijpen naar seksualiteit als schijnoplossing voor mijn problemen.”

En wat als er geen hechtingspersonen zijn?

Ellen: “Belangrijke hechtingsfiguren die overlijden of de totale afwezigheid van een betrouwbaar familielid, kunnen problematisch zijn. Cliënten die als kind hun situatie aankaartten op school, kregen thuis vaak extra slagen waardoor de drempel om erover te spreken of er iets aan te doen nog groter werd. Dat leidt uiteindelijk ofwel tot woede of heel extreme emoties om toch maar een beetje verbinding met anderen te krijgen ofwel leidt het tot totale stilte en het verdringen en uitschakelen van elke emotie, wat als risico heeft dat het er plots allemaal uitkomt of dat ze alleen maar tot veilige vormen van verbinding of intimiteit komen met een kind, wat gedoemd is om fout af te lopen.”

Ellen: Een problematische jeugd leidt niet automatisch tot seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het is dus een verklaring, maar geen excuus. In onze therapie focussen we op die onderliggende oorzaken

Leerkrachten

We moeten dus beginnen bij onze eigen kinderen. Waar moeten we op letten?

Ellen: “Kinderen die vertellen over huiselijk geweld of misbruik op school, weten dat het nog veel erger wordt als de school nadien hun ouders inlicht. Dus uiten ze zich op andere manieren. Ik zie of hoor vaak over repressief optreden tegen kinderen of jongeren die problematisch gedrag stellen. Dan heb ik altijd de neiging om te bellen naar de directeur of de leerkrachten en te zeggen ‘alsjeblieft, praat met dat kind en ga na wat er aan de hand is.’ Iemand stelt niet out of the blue dat gedrag. Problematisch gedrag is een manier om met die moeilijkheden om te gaan. Het is een beschermingsmechanisme dat jongeren helpt hun kindertijd te overleven, maar dat als volwassene in de weg zit om te functioneren in de maatschappij. Pas op, een traumatische jeugd leidt niet automatisch tot grensoverschrijdend gedrag. Het is dus een verklaring, maar geen excuus. In onze therapie focussen we op die onderliggende oorzaken. Die moeten we aanpakken om het gedrag van de cliënt te veranderen. Voor alle duidelijkheid: uiteraard moet gedrag begrensd worden, maar we moeten daarnaast ook inzetten op een luisterend oor en op vertrouwensrelaties.”

Wie is Ellen Gunst?

 

 

 

 

 

 

• Ellen werkt op Fides, een behandelafdeling in psychiatrisch centrum Sint-Amandus voor mensen die seksuele feiten pleegden.
• Ze is gehuwd en heeft 4 kinderen.
• Rust vindt ze in sporten.
• Haar grootste engagement is zich inzetten voor preventie van seksueel misbruik.

Wie is Nick?

• Nick (schuilnaam) werd in 2016 door de rechtbank veroordeeld voor seksueel misbruik.
• Hij laat zich sinds 2019 behandelen op Fides, een behandelafdeling in psychiatrisch centrum Sint- Amandus voor mensen die seksuele feiten pleegden.
• Hij is ongehuwd en heeft één kind
• Hij komt tot rust door te lezen en te sporten.
• Zijn grootste motivatie voor therapie is om zijn problematiek onder controle te krijgen en verder als een goed iemand in het leven te staan.

 

Yasmine Cuyt & Elien Mariën

7 vragen & antwoorden

over trauma, opvoeden, hechting en mentaliseren

 

1. Met welk soort trauma’s kunnen mensen kampen?

Yasmine: “Veel patiënten die hier in behandeling komen hebben in hun leven één of meerdere trauma’s ervaren. Vaak is er sprake van vroegkinderlijk trauma, bijvoorbeeld seksueel misbruik, huiselijk geweld of oorlog. Dat heeft een grote impact op de verdere ontwikkeling van hun persoonlijkheid en de manier waarop ze in contact staan met zichzelf en met anderen. Het kan angst creëren om (vriendschaps)relaties aan te gaan met anderen uit schrik dat de ander hen opnieuw zal kwetsen. Wat we ook vaak zien is dat patiënten heel heftige emoties ervaren en niet weten hoe er mee om te gaan. Dat kan leiden tot destructief gedrag (bijvoorbeeld agressie naar zichzelf of anderen of verdovende middelen) om emoties niet meer te voelen of om net terug in contact te komen met zichzelf. Ze hebben niet geleerd om hun emoties te ‘reguleren’.”

Yasmine: Mentaliseren is een moeilijk woord
voor iets wat we vaak automatisch doen. We geven betekenis aan gedrag

2. Wat is ‘mentaliseren’

Yasmine: “Mentaliseren is een moeilijk woord voor iets wat we vaak automatisch doen. We geven betekenis aan gedrag. We proberen te begrijpen wat er achter het gedrag schuilgaat. Als je op straat iemand ziet huilen, zal je automatisch proberen te achterhalen waarom die persoon huilt. Heeft hij slecht nieuws gekregen? Heeft hij ruzie gemaakt? Mentaliseren is iets wat je als kind ontwikkelt in het contact met je ouders. Vanaf je geboorte zullen ze betekenis geven aan je binnenwereld en aan het gedrag dat je stelt. Als een baby huilt, zal de ouder van nature uitzoeken wat er aan de hand is. Honger? Kou? Angst? Ze proberen te ontdekken wat er achter je gedrag zit te zoeken mee naar oplossingen. Daardoor zal je je eigen emoties en die van de ander
beter snappen.”

3. Wat heeft mentaliseren te maken met trauma? 

Elien: “Kinderen die op jonge leeftijd geconfronteerd worden met een trauma, hebben vaak geen beroep kunnen doen op een ouder (of andere hechtingsfiguur) die betekenis gaven aan hun binnenwereld. Soms was die ouder net diegene die hen misbruikte of verwaarloosde in plaats van hen de nodige veiligheid en zorg te bieden. Daardoor hebben deze kinderen niet geleerd hoe ze zichzelf en anderen kunnen begrijpen. Ze kunnen niet ‘mentaliseren’. Ze hebben niet geleerd hoe ze een positieve relatie met zichzelf kunnen ontwikkelen en hoe ze op een fijne manier contacten kunnen aangaan met anderen.”

4. Wat is de kern van jullie behandeling?

Elien: “De focus van onze behandeling (mentalisation based treatment) ligt precies op het verbeteren van mentaliseren. Doordat patiënten zichzelf en de ander beter begrijpen, ontwikkelen ze een positiever zelfbeeld, gaan ze fijnere relaties aan en leren ze hun emoties beter reguleren. Ze moeten terug verbinding kunnen aangaan met de maatschappij en daar hebben ze hulp bij nodig. Van in het begin van de behandeling zetten we in op het uitbouwen van een veilig en betrouwbaar sociaal netwerk.”

5. Trauma leidt soms tot verstilling en niet-spreken. Hoe komt dat? 

Elien: “Verschillende gevoelens zoals schaamte, angst of woede en verschillende gedachten zoals ‘ik ben het niet waard’, ‘het is mijn schuld’ of ‘ik zal niet geloofd worden’ kunnen leiden tot niet-spreken. En dat kan dan weer leiden tot eenzaamheid. De beweegreden
achter het niet spreken, is voor iedereen verschillend. Erover spreken kan helend zijn: de ander kan je begrijpen, andere perspectieven geven, steunen, troosten, het mentaliserend vermogen stimuleren. Maar het is niet simpel. Waardeloosheid is meer dan een gevoel, voor sommige patiënten is het een vaststaand feit. Dat doorbreken en van een andere kant bekijken, vraagt veel tijd,
zorg en aandacht.”

Elien: Ouders zouden volgens onderzoek in 60% hun kind verkeerd inschatten, maar wees gerust, dat is eigenlijk niet erg. Het gaat hem vooral over de zoektocht naar wat er aan hand is, niet zo zeer over het ‘juist’ hebben

6. Hoe zorg je als ouder voor een veilige emotionele hechting voor je kind?

Elien: “Een belangrijk element in het ontwikkelen van een veilige hechting is dat de ouder echt emotioneel beschik baar is. Dat betekent dat het kind voelt dat het bij de ouder terecht kan en dat de ouder bereid is om uit te zoeken wat er aan de hand is met het kind. Volgens onderzoek zouden ouders in 60% van de gevallen een foute inschatting maken van wat er aan de hand is, maar wees gerust, dat is eigenlijk niet erg. Het gaat hem vooral over de zoektocht naar wat er aan hand is, niet zo zeer over het ‘juist’ hebben. Iemand moet samen met hem of haar die zoektocht ondernemen, praten over de gevoelens, gedrag benoemen en samen kijken wat er achter dat gedrag schuilt. Iemand moet ‘er zijn’ om de moeilijke momenten en problemen samen aan te pakken. Uiteindelijk gaat het kind zich dat zoekproces eigen maken zodat het op latere leeftijd zelf kan uitzoeken wat er aan de hand is. Op dat moment is er sprake van wat we noemen emotieregulatie.”

7. Waarin zit jullie engagement om te werken met traumaslachtoffers? 

Yasmine: (denkt) “Het lijken mensen zoals jij en ik. Je ziet er niets aan en toch zitten ze met grote kwetsuren en trauma’s. We merken dat een belangrijke levensgebeurtenis zoals een sterfgeval of een ontslag vaak het zorgvuldig opgebouwde beschermingsmechanisme rond een trauma doorbreekt. En dan kunnen er bij iemand die het niet verwachtte en gewoon ‘normaal’ leek te functioneren in de maatschappij enorm veel emoties naar boven komen. Als ik op zo’n belangrijk moment naast hen kan staan en vooruitgang zie, dan ervaar ik dat als heel betekenisvol werk.”

Heb je na het lezen van dit artikel zelf vragen rond trauma of seksueel misbruik? Neem dan contact op met teleonthaal op het nummer 106 of via de website www.tele-onthaal.be.

Wie is Yasmine Cuyt? 

 

 

 

 

 

 

• Yasmine werkt in deStudio, een afdeling voor mensen met een persoonlijkheidsproblematiek in Zorggroep Multiversum in Boechout.
• Ze is samenwonend.
• Ze komt tot rust in gezelschap van fijne vrienden.
• Haar grootste engagement staat in de tekst beschreven.

Wie is Elien Mariën? 

 

 

 

 

 

 

• Elien werkt in deStudio, een afdeling voor mensen met een persoonlijkheidsproblematiek in Zorggroep Multiversum in Boechout.
• Ze is gehuwd en heeft 2 kinderen.
• Ze komt tot rust door lekker te eten, bij te kletsen met vriendinnen en te sporten.
• Haar grootste engagement is moeder zijn.

Geef een antwoord

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.