Brief
Door Bart Koubaa
Beste Ester,
Een paar jaar geleden kwam ik je tegen in Moskou. Op een doek aan de muur van het Poesjkinmuseum meer bepaald. Rembrandt had in zijn onovertroffen stijl koning Ahasveros en zijn minister Haman samen met jou rond een tafel geschilderd en het trof me dat de sfeer bedrukt was, ondanks dat er een feestmaal door jou werd klaargemaakt en opgediend. Je liet me niet los moet ik toegeven, je maakte iets in me los, ik weet niet hoelang ik naar je heb staan staren. Toen ik op het punt stond om verder te lopen, kwam een gesluierde vrouw naast me staan: ‘Zelfbeheersing is het begin van elke beschaving’, zei ze. Ik keek haar even aan maar ze bleef naar jou kijken. ‘Ester,’ ging ze verder, ‘een en al tegenstrijdigheid, ofwel betekent ze ster, van het Babylonische ishtar, ofwel ik die verborgen ben van het Hebreeuwse satar. Misschien is ze allebei; goedendag’, en ze knikte naar me en verdween.
Terwijl ik door de ondergrondse van Moskou raasde, las ik je verhaal op mijn mobiele telefoon. Ik was gecharmeerd door je onverschrokkenheid waarmee je Haman had ontmaskerd en waardoor misschien wel de eerste genocide op de Joden werd vermeden. Het sterkte me in mijn geloof dat vrouwen betere politici zijn dan mannen.
Twee stations voor ik wilde uitstappen, kwam de vrouw die me in het museum voor het schilderij van Rembrandt had aangesproken naast me zitten. ‘Het blijft een heikele zaak,’ zei ze nu, ‘door Esters uitgekiende ingrijpen werd het hele joodse volk, dat door Ahasveros ter dood werd veroordeeld, gered, maar anderzijds zijn tijdens deze reddingsoperatie duizenden niet-Joden door Joden vermoord. Welke God kan zoiets toestaan?’ In een spontane opwelling wilde ik naar het museum terugkeren en je hiermee confronteren, Ester, maar de gesluierde vrouw tikte tegen het glas van haar polshorloge; het museum was gesloten.
Op de trappen van de metro die me naar de straten van Moskou brachten, werd ik verblind door een magistraal licht. Ik zag in dat jouw handelen een menselijk handelen was, dat je tussen twee kwaden had moeten kiezen en daarom zo bedrukt rond de feestdis zat – een ster of iemand die verborgen is – maar nog meer werd ik verlicht door de gedachte dat elke moraal staat of valt met de al dan niet rechtvaardiging om te doden. Zolang we het zesde gebod – gij zult niet doden – blijven overtreden, zolang onze drang om te heersen groter is dan onze zelfbeheersing, man of vrouw, zullen er ontelbare onschuldige slachtoffers te betreuren vallen; is het niet, beste Ester?
Wie is Bart Koubaa
Bart Koubaa (°1968) is schrijver en fotograaf. Zijn werk verschijnt bij uitgeverij Querido.
Welke muziek beluistert Bart als hij helemaal tot rust wil komen?
Als ik tot rust wil komen luister ik naar flamenco, naar de klaagzangen van El Camarón de la isla, in het bijzonder. Als hij me met zijn mythische en doorrookte stem toezingt, neemt hij alle onrust uit me weg, geeft me een schouderklopje en zegt: ‘Tranquilo Koubaa, alles komt goed’. Als daarna de rusteloosheid nog blijft zinderen, neem ik de trein naar zee en ga ik in de branding staan om naar de brekende golven te luisteren.
Gij zult niet doden is het vijfde gebod. Niet het zesde.